prijsregeling, het groote struikelblok bij onzen hedendaagscheri handel.

Geen concurrentie, eerlijk of oneerlijk, was miogelijk; „de Setting©” berustte bij heeren Burgemeesteren, „vijftien guldens telken te verbeuren, bij degene die Boeckweytmeel en grutte, boven of beneden de Settinge sel hebben vercoft”. De bedrijven binnen de veilige wallen en grachten hadden veel voor boven de „kleyne Neringhe” buyten dese Stede”, Tot op driehonderd Roeden buiten de Poorten woonden nog een aantal meelverkoopers; deze hadden geen burgerrecht, waren ook niet ingeschreven en hadden in hun bedrijf en neringhe veel meer risico. Want deze „kleyne Luyden” misten de bescherming der overheid; bij nacht en ontijden waren ze gedeeltelijk prijsgegeven aan de willekeur van „rabouwen” en „vagebonden”. Veldpolitie bestond niet, binnen de wallen was het ’s nachts veilig, maar ieder, die met een kostbare lading of voorraad buiten moest blijven, liep gevaar. Lang niet altijd konden ze hun kleinen meel- of graanvoorraad bijtijds aanvullen, en van het betalen van prijzen uit den groothandel was geen sprake. „Wat aangaet de Winckels buyten de Stadt binnen driehondert Roeden, soo lange deselve sullen worden geadmitteert en vermogens het Privilegie van Willem van Beyeren niet sullen werden geremoveert, so sullen de Grutters deser Stede daar niet aan mogen leveren beneden nog boven de Settinge.” Arme grutters buiten de stad, dit waren met recht de honden, die leven moesten van de kruimels, die vielen van de tafels der rijken. Ze verdienden een zuur stukje brood met het leveren aan rondreizende gezelschappen, die veelal inde steden geen crediet konden krijgen, ’s avonds veel praatjes hadden tegen deze meelverkoopers en lang niet altijd met baar geld in hun handen kwamen. Liet ©enerzijds de bescherming van deze omwonenden alles te wensohen over, men was uiterst nauwlettend, waar het betrof het nagaan hunner leveranties. In ieder voorschrift werd „de genadige tolerantie van vercoop” op het hart gebonden, „wanneer ook eymant van de Kramers, die omme wonen, gedurende dese tolerantie sel werden bevonden eenige Grutterswaren boven of beneden de

324