Ook het jodiumgehalte neemt onder deze omstandigheden toe, zooals uit de bovenstaande tabel blijkt. Nu komt de vraag aan de orde: is het werkelijk ferrojodide, dat gevormd wordt óf gebeurt er iets anders óf gebeurt er meer? De vraag, of watervrij ferrojodide in levertraan oplosbaar is, zal later worden besproken. Om een inzicht te krijgen inde reactie, die plaats vindt, werden de volgende proeven genomen. Welken invloed heeft de hoeveelheid jodium op het ijzergehalte? Volgens de methode van de Pharmacopee (Ed. V) werden joodijzerlevertranen gemaakt met wisselende hoeveelheden jodium. In ho+ product werden ijzer- en jodiumgehalte bepaald. In vorenstaande tabel zijn opgegeven de hoeveelheden ijizer en jodium, in procenten, van praeparaten, bereid met 4 monsters levertraan: a, b, c en d. De hoeveelheid ijzerpoeder was steeds dezelfde genomen, terwijl de hoeveelheden jodium 1, V2 of 2 X de normale hoeveelheid bedroeg. De 3e kolom van «de tabel geeft aan de hoeveelheid ijzer, berekend uit Wet gevonden jodiumgehalte, voor de verhouding 1 at. Fe : 2 at. J. Hieruit blijkt, dat vermeerdering van de hoeveelheid jodium de ijzeropname bevordert en wel in Wet algemeen meer. dan naar evenredig Weid verwacht zou worden. Vermindering van Thet jodium geeft afname van het ijzergehalte, maar ook hier is vaneen evenredigheid geen sprake. Laat men de hoeveelheden ijzer en jodium constant en wisselt men de hoeveelheid levertraan, dan komt men tot een soortgelijk resultaat: 6 g. ijzerpoeder en 3 g. jodium werden geschud achtereenvolgens •met 235, 145 en 48 g. levertraan. Wanneer geen vrij jodium meer aanwezig is, werd aangevuld tot 244 gram levertraan en in dit mengsel het ijzer- en jodium-gehalte bepaald. ' ' ■■ ; x-' i '•? – •' • UCJUk'. "; JU,' I IJzer- Jodium- Jodiumgehalgehalte gehalte te, berekend i oor de verhouding 1 Fe : 2 J a. 244 g. levertraan . . 0.268 0.760 1.216 *b. 145 g. levertraan , . 0.201 0.532 0.913 i <c. 48 g. levertraan . . 0.131 0.505 0.595

263