waarbij met de uiteenloopende belangen van den apotheker eenerzijds en de pharmaceutisoh-ohemische industrie anderzijds werd rekening gehouden. Volgens het Bulletin van de Fédéralion zijn deze richtlijnen: 1. De bereiding van pharmaceutische spedalité’s mag alleen onder toezicht vaneen apotheker of deskundig scheikundig ingenieur plaats vinden. Deze moet zijn bemoeiingen uitsturend aan dit bedrijf wijden en de fabrikant moet zorgen, dat de door hem aangegeven bereidingswijzen gevolgd worden en de gewenschte inrichtingen daarvoor aanwezig zijn. 2. De fabrikant draagt de verantwoord el ij khiid voor eene juiste en goede samenstelling van het preparaat, tegenover de apothekers, aan wie hij aflevert. 3. ledere pharmaceutisdie specialité wordt, vaneen volgnummer voorzien, op een lijst gebracht en geregistreerd. Wanneer de fabriek geen concessie heeft, wordt de inschrijving in het register geweigerd. 4. De inschrijving mag niet geweigerd worden, omdat reeds een dergelijk preparaat vaneen anderen fabrikant is ingeschreven. 5. De controle op de fabrieken van pharmaceutische spécialité’s wordt uitgeoefend dooreen vakman, die den titel van pharmaceutisch bedrijfsinspecteur draagt. Twijfelt hij aan de deugdelijkheid vaneen preparaat, dan kan hij het verzegeld aan een Staatsproefstation opzenden. 6. Onder deze wet zullen alleen verpakte geneesmiddelen vallen, die door de apothekers in origineele verpakking worden betrokken en afgeleverd. 7. 0;p het etiket moet staan: de gebruiksaanwijzing, de handelsnaam en de ahemisch-wetenschappelijke naam, de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling, de inhoud en doseering en de naam van den fabrikant. 8. Het aanbrengen van verkoopsprijzen op de verpakking is niet gewenscjit. 9. Ook buitenlandsoh© specialité’s vallen onder deze regeling en moeten aan dezelfde eischen voldoen. 10. De aanbeveling van pharmaceutische specialité’s zal zich niet tot de medische en pharmaceutische vakpers uitstrekken. 11. Onder deze voorschriften vallen geen kosmetische en dieetmiddelen, zoo zij geen geneeskrachtige werking hebben. 12. De pharmaceutische bedrijfsinspecteur kan de uit den handel betrokken specialité’s aan het staatsinstituut ter keuring zenden. Volgt een afkeuring, dan moet den fabrikant warden medegedeeld, dat de concessie bij eventueele herhaling kan worden ingetrokken. H. Uit de Opiumcommissie van den Volkenbond. Inde 13de zitting werd, zooals we zagen, in hoofdzaak vastgesteld, dat men door nauwkeurige opgaven van de hoeveelheid Opium, Cocaïne, enz., noodig voor wettig gebruik, zou trachten, om te komen tot een rationeele distributie zoowel voor verbruik als fabrikatie. De Italiaansqhe gedelegeerde Cavazzoni was weinig ingenomen met den titel, dien de Siameesche gedelegeerde voor de niet-produ-
222