Ingezonden.

De huisvesting van de Gemeente-Apotheek te Rotterdam, In het Pharm. W. 1930, No. 6, pag. 118, heeft Dr. J. D ekk er een overzicht gegeven van de geschiedenis van de Qemeente-Apotiheek hier ter stede. Reeds eerder maakte deze apotheek en haar plaats inde Rotterdamsche pharmaceutische historie het onderwerp uit vaneen bespreking in dit Weekblad. Wie hierin belang stelt, zal met interesse herlezen het medegedeelde (door Prof. van der Wie Ie n?) inden jaargang 1912, pag. 660. Gezien den hoogen ouderdom van dit overheidsbedrijf, heeft het mij steeds getroffen, hoe weinig daarvan thans inden inventaris blijkt, vooral wanneer men dat vergelijkt met den rijkdom van overeenkomstige instellingen in het buitenland. Hier schijnt steeds een geest van voortvarendheid geheerscht te hebben, die het verouderde materiaal radicaal opruimde, alvorens het antiquarische waarde kreeg. Van den inbond van vroegere opstanden heb ik slechts twee voorwerpen teruggevonden. Het eerste is een wijdmondsche glazen stopflesch, met een fraai, uit de hand geschilderd, laat 18e eeuwsch, misschien ook empire, opschrift. Het was, toen ik de flesch vond, overplakt met papier. De flesch bevatte magnesiumacetaat. Na afweeken van het papier kwam het schilderwerk vrijwel ongeschonden te voorschijn. Het stelt voor een ovaal, zwart, schild, omlijst dooreen okerkleurigen rand. Daarboven staat een Qrieksche vaas, aan de rechthoekige ooren waarvan groene lauwertakken gebonden zijn, die langs het schild naar beneden afhangen. Aan de zijden van het schild is de bevestiging vaneen draperie in okerkleur, die onderaan in het midden opgenomen is. Het zwarte schild draagt tot opschrift in drukletters pulv: rad: öentian:. Het geheel is zeer sierlijk en aantrekkelijk, zoodat het mij spijt, dat van dit type niet meer exemplaren bewaard gebleven zijn. Het andere voorwerp is een wit steenen pot, die tot opschrift draagt u: terebinthinao: , waaromheen een gevlochten band een schild vormt, bekroond door het wapen van Rotterdam, alles in blauw uitgevoerd. Uit deze voorbeelden kan blijken, dat hier in vroeger dagen inderdaad mooie opstanden bestaan hebben. Van de utensiliën bestaan geen alembics e.d. meer. Slechts een groote koperen vijzel, blijkens randschrift ten dienste van de stadsapotheek gegoten in 1776. Deze vormt thans een onderdeel van een electrisch gedreven stampwerk, waarin dagelijks een zeer zware ijzeren stamper op en neer gaat, blijkbaar zonder schade te doen. Het is opmerkelijk, uit de statistiek van coll. Dekker te vernemen, dat inde laatste honderd jaar het aantal gereedgemaakte voorschriften vrijwel constant is. Dit is hieraan te wijten, dat deze apotheek slechts de oude stad blijft bedienen en inde nieuwe, veraf gelegen buitenwijken andere apotheken inde pharmaceutische hulp vanwege de Gemeente voorzien. Desniettemin nemende werkzaamheden geregeld toe en zijnde cijfers van coll. Dekker niet ge-

199