bezwaren kunnen maken tegen het feit, dat ook deze bessensap aan de eischen van het Warenwet-besluit moet voldoen. Moeilijkheden zouden in deze slechts kunnen rijzen, als geneesmiddelen, waarvoor de Pharmacopee eischen heeft gegeven, ook ineen Koninklijk Besluit zijn opgenomen. Al heeft de apotheker niet het voornemen, deze geneesmiddelen als handverkoopartikel te verkoopen, ook dan moeten zij aan de Warenwet-eischen voldoen, omdat het aanwezig hebben ineen verkoopplaats gelijk gesteld wordt met verkoopen (art. 1 v.d. Ontwerp-Gemeentelijke Keuringsverordening). Eenerzijds zullen deze geneesmiddelen dan aan de eischen der Pharmacopee moeten voldoen (art. 4 van de Wet op de uitoefening der Artsenijbereidkunst), anderzijds ook aan de eischen, die het Warenwet-besluit stelt. De kans bestaat, dat deze niet geheel overeenstemmen. Het moge misschien in de praktijk nog weinig tot bezwaren aanleiding hebben gegeven, het is toch niet van belang ontbloot, naar die mogelijkheid eens een vergelijkend onderzoek in te stellen Het blijkt, dat de volgende Warenwetbesluiten betrekking hebben op stoffen, die ook inde Pharmacopee zijn opgenomen: Specerijenbesluit, Meelbesluit (voor zetmeel), Honigbesluit, en het Oliën- en Vettenbesluit. In het Suiker- en Stroopbesluit (art. 5, lid 2) en in het Waschmiddelenbesluit (art. 8) zijn bepalingen opgenomen, waardoor die besluiten niet van toepassing zijn op de stropen en zeepen van de Pharmacopee. In het algemeen geven de Warenwetbesluiten: le. eischen betreffende de aanduiding en etiketteering van de waar. 2e.. eischen betreffende kwaliteit, gehalte e.d. Aangaande de etiketteering is al de mogelijkheid geopend van verschillen tusschen Warenwetbesluit en Pharmacopee. De Wet op dë uitoefening der Artsenijbereidkunst schrijft in art. 6 alleen voor, dat ieder geneesmiddel bewaard moet worden ineen daartoe geschikt voorwerp, hetwelk den officieelen en meest gebruikelijken officinalen naam van het geneesmiddel duidelijk leesbaar tot opschrift heeft. Inde Warenwetbesluiten worden de eischen betreffende de opschriften (zooals lettergrootte) nader gepreciseerd. Het wekt hierbij verwondering, dat niet naar meer eenheid tusschen de verschillende besluiten is gestreefd. Het volgende staatje mo-
59