Hetzelfde geldt voor de breking, die hij toekent aan de fractie der niet-eiwitten. Ze blijkt uit tabel II te varieeren van
€,00194 tot 0,00368; gemiddeld bedraagt zij 0,00281, terwijl hij ■opgeeft 0,00277. Doordat de gegevens van Reiss juist zijn, moet de methode van Na e g e 1 i—R o h r er wel bij benadering het juiste totaal-eiwitgehalte geven, omdat, zooals reeds -gezegd is, deze methode van die gegevens gebruikmaakt. De groote schommeling inde breking der niet-eiwitten is voor de breking van het totaal eiwit niet van overwegende beteekenis. Dein tabel 111 opgenomen toenamen in breking Voor 4 pCt. globuline en 1 pCt. albumine zijn eveneens uit de waarden volgens Robertsen en de spreidmethode berekend. De 1 pCt. globulinebreking wisselt van 0,00124 tot 0,00203, bedraagt giemiddeld 0,00156; voor 1 pCt. albuminebreking zijn die getallen resp. 0,00185 en 0,00245, gemiddeld 0,00206. We zien dus de veronderstelling van Robertson, dat de toename in breking voor 1 pCt. albumine en globuline constant zou zijn, niet alleen niet bevestigd, maar tevens zijnde getalwaarden, die we vinden, geheel andere. Hij kent aan de globulhien een relatief hoogere breking (0,00227) toe dan aan de albuminen (0,00177); uit bovenstaande gegevens blijkt het tegendeel. Wat de absolute waarde betreft, is het verschil in breking voor 1 pCt. globuline wel zeer opvallend. Tot eenzelfde resultaat komt op -geheel andere wijze Deseö”) met paardenseram; voor de toename in breking voor 1 pCt. globuline vindt hij als gemiddelde van eveneens zeer uiteenloopende gegevens 0,00169, voor die van 1 pCt. albumine 0,00248. De opgaven van Robertsen zijn daarentegen in overeenstemming met die van Reiss. Beiden bepaalden hun waarden aan zuivere albumine- en globulineoplossingen van bekende sterkte. Ik heb nu dito oplossingen bereid uit runder-, paarden- en menschenserum, en wel op de volgende wijze. Het ■serum werd met gelijke deelen verzadigde ammoniumsulfaat•oplossing bedeeld, de neergeslagen globulinen op de gebruikelijke wijze driemaal met half-verzadigd ammoniumsulfaat gewasschen, opgelost in gedestilleerd water en tegen water •gedialyseerd, totdat de sulfaatreactie verdwenen was. Bij deze bereiding wordt een groot deel der globulinen onoplosbaar; men verkrijgt dan ten slotte een oplossing, waarvan wel ge-32) Dese 5, D. v,. Biochem. Zeitschr. 200, 126, 1928.
11