blauwe adsorptieverbinding jodium-flavon en het eindpunt is niet ver meer; met een geringe hoeveelheid thiosulfaat wordt de kleur violet en is de titratie beëindigd. Deze violette adsorptie-verbinding is, in tegenstelling met de blauwe, vrij bestendig tegenover thiosulfaat; naast een overmaat NasSiO', blijft zij bij kamertemperatuur langeren tijd voortbestaan. Men titreert dus, tot de blauwe kleur juist is overgegaan in violet en brengt een correctie aan voor het uiterst geringe deel van het jodium, dat inden violetten vorm niet titreerbaar is geweest. Men kan vóór de titratie reeds den indicator toevoegen, maar soms kan de uitvlokking van den indicator iets hinderlijk worden; men is in alle gevallen zeker van goede omslagkleuren, indien het flavon nabij het eindpunt toegevoegd wordt. De aard van de kleur hangt dus inde eerste plaats af van de hoeveelheid vrij jodium inde vloeistof, doch ook de jodide- en de flavon-concentratie hebben invloed en wel zoodanig. dat beide stoffen de kleuren verschuiven inde violette richting. Volgende proeven zullen dit verduidelijken. Telkens is ineen Erlenmeyerkolf gebracht 10 cm.3 verdund zwavelzuur, 90 cm.3 water, de gewenschte hoeve.elheid KJOa-oplossing en 10 mg. (reeks 1) resp. 1000 mg. (reeks 2) kaliumjodide. Na omschudden is flavon (als steeds 500 r) toegevoegd. reeks 1. KJ-giehalte 0,01 pCt. De vloeistof bevat: 120 7 vrij jodium. Verkregen kleur: blauw 100 7 „ „ blauw met spoor violet 80 7 „ violetblauw 60 r „ „ violet met spoor blauw « r „ „ violet. reeks 2. KJ-gehalte 1 pCt. De vloeistof bevat: 300 7 vrij jodium. Verkregen kleur: blauw 140 7 „ „ violetblauw 120 7 „ „ violet met spoor blauw 100 r „ ~ violet. Ook de flavon-concentratie beïnvloedt de kleur. Een vloeistof, die 40 v vrij jodium bevat, is met 200 7 flavon blauw, met 300 r flavon blauwviolet en met 400 v flavon zuiver violet.
1102