Piharmacie, hebben de eer zich met onderstaand tot Uwe Excellentie te wenden. Inden laatsten tijd duiken inden lande personen op, die cursussen in het leven roepen tot opleiding van apothekers-adsis enten. Inde bekendmakingen, welke tot aanbeveling dezer cursussen verspreid worden, wordt voorgespiegeld, dat deze opleiding binnen een jaar kan geschieden en dat een apotheek aanwezig is. Dit wi niet zeggen, dat de candidaten ineen apotheek worden opgeleid, doch dat er inde een of andere binnenkamer een gelegenheid is ingericht, welke voor de opleiding als apotheek dienst moet doen. Dat een dergelijke opleiding niet bevorderlijk kan zijn aan het vormen van goed onderlegde apothekers-adsistenten behoeft .scen betoog. Zeer zeker ware het te wenschen, dat aan dergelijke opleidingscursussen. waarop absoluut geen controle bestaat, paal en perk zoude worden gesteld. Reeds van vele zijden wordt er over geklaagd, dat de opleiding der apothekers-adsistenten te theoretisch is, en dat de jong geslaagden voor de practijk onbruikbaar zijn. Bij het afleggen van het examen kan de examencommissie geen voldoende oordeel vellen of de candidaat voldoende practisch is onderlegd om de taak, die hem of haar krachtens het diploma wordt toevertrouwd, ten uitvoer te brengen. Hiervoor zou het noodig zijn, dat het examen veel langer duurde, of dat de commissie in staat kon worden gesteld den candidaat in zijn dagelijksche werkzaamheden gade te slaan, zooals dit geschiedt in inrichtingen, waar de practische opleiding onder erkend toezicht plaats vindt. Om deze reden is reeds bij het practisch apothekersexamen de eisch gesteld, dat de candidaat een bewijs moet overleggen, dat hij een bepaalden tijd in eene particuliere apotheek heeft gewerkt en ook een bepaald aantal werkzaamheden ineen ziekenhuisapotheek heeft verricht. In overeenstemming met deze bepaling, meent ons Hoofdbestuur er bij Uwe Excellentie op te moeten aandringen, ook bepalingen te willen uitvaardigen, dat een candidaat, die tot het examen van apothekers-adsistem wil worden toegelaten, het bewijs moet overleggen, dat hij ten minste gedurende één vol jaar onder toezicht van een gevestigd apotheker of ineen militaire apotheek is werkzaam geweest. Wij meenen, dat dooreen dergelijke bepaling reeds veel' gewonnen zoude zijn. Wij zouden het zeer op prijs stellen t.g.t. van Uwe Excellentie te mogen vernemen of gij in deze onze zienswijze deelt en bereid zijt, de noodige maatregelen te treffen. Met de meeste hoogachting, Namens het Hoofdbestuur der Nederl. Mijter bevordering der Pharmacie: J. J. Hofman, Voorzitter. V. van Itallie, Secretaris-

1018