Een onderzoek door het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening: heeft aangetoond, dat de jaarlijksche productie van het pompstation te Haren niet boven 900,000 m.3 mag worden opgevoerd. Daardoor moet de noodzakelijke productieverhooging worden gevonden in uitbreiding van het beekwaterbedrijf en het aanboren van
nieuwe waterbronnen op andere plaatsen. Hoewel uitbreiding van het beekwaterbedrijf uiteen technisch ■oogpunt zeer wel mogelijk is gebleken, achten B. en W. het toch iet raadzaam, de oplossing uitsluitend in deze richting te zoeketr Immers, de kans, dat de Drentsbhe A, welke op het oogenblik water van uitnemende kwaliteit levert, te eeniger tijd voor de waterwinning onbruikbaar zou worden, moge gering zijn, met deze mogelijkheid dient niettemin rekening te worden gehouden. Daarom hebben B. en W. uitgezien naar een nieuwe geschikte grondwaterwinplaats. Uiteen onderzoek, hetwelk het eerder genoemde Rijksbureau heeft ingesteld, blijkt, dat de geo-hydrologische verhoudingen inde buurt van De Punt gunstiger zijn dan bij de waterwinplaats te Haren. Ook de bij het pompstation voorloopig bij wijze van proef in exploitatie genomen welwater-pompinstallatie beeft bevredigende resultaten opgeleverd. B. en W. gronden hierop de verwachting, dat een aanvullend welwaterbedrijf in De Punt voorloopig inde grootere behoefte aan leidingwater zal kunnen voorzien. Welken omvang dit bedrijf op den duur zal kunnen krijgen, kan op dit oogenblik bezwaarlijk worden beoordeeld. Evenmin kan thans een vaststaand oordeel worden uitgesproken omtrent de vraag, of het welwater ook inde toekomst zijn goede hoedanigheid zal behouden en of niet bij duurzame afpomping met verontreiniging van het grondwater door het zich inde nabijheid daarvan bevindende oppervlakte-water moet worden rekening gehouden. Een en ander zal eerst na gedurende eenige jaren op groote schaal voortgezette proefnemingen kunnen worden vastgesteld. Een derde oriënteeringsboring inde buurt van het pompstation is in voorbereiding. Inmiddels is in het begin van dit jaar het uitgebreide onderzoek, dat werd ingesteld naar de onderscheidene moderne reinigingsmetheden voor drinkwater, voorshands afgeloopen. Het heeft zich tot in het buitenland uitgestrekt. Daarover is een rapport uitgebracht door de scheikundige-bacteriologe van den gemeentelijken gezondheidsdienst, mej. dr. C. M. Wichers, in samenwerking met den directeur der gemeentelijke waterleiding ir. Jacobs. Bij dit onderzoek heeft mej. Wichers de belangwekkende ontdekking gedaan, dat het in De Punt gewonnen welwater, wanneer het met het water uit de Drentsche A wordt gemengd en tezamen met slootwater aan een in haar rapport aangegeven behandeling wordt onderworpen, de verontreiniging van het beekwater (kleur, troebeling,. organische stoffen, bacteriën) grootendeels wegneemt. Dein het welwater aanwezige ijzerbestanddeelen verrichten dan de functie van de thans gebezigde chemicaliën, welke in hoofdzaak uit aluminiumsulfaat bestaan. Bij toepassing van deze vinding van
825