ren te brengen; le. de mededeeling van Direktor Mann, dat de Behring-Werke sinds eenige dagen in het I. G. concern zijn opgenomen; 2e. dat de sigarenaanstekers, welke de heeren cadeau kre-

gen, met synthetische benzine werden gevuld en 3e. dat den dames verschillende souvenirs werden aangeboden. Na den copieuzen en rijkelijk besproeiden maaltijd, geleidde men ons weer naar de collegezaal, waar een tweetal voordrachten werden gehouden en wel door Dr. liarms over de geschiedenis, organisatie en sociale instellingen te Leverkusen en door Dr. Rh ode over Geneesmiddelvergiftigingen. Aan deze laatste voordracht, welke zeer interessant was, sloot zich aan een wetenschappelijke film over de werking van het Hexeton. Ook de voordracht van Dr. Harms was belangrijk en gaf ons een inzicht over de reusachtige ontwikkeling van het bedrijf, waarvoor de eigenlijke grondsteen is gelegd in 1851 door de oprichting der „Elberfelder Farbenfabrik'’. Onmiddellijk na afloop van deze voordracht, werd ons in werkelijkheid getoond wat ons zoo straks was medegedeeld. Per auto voerde men ons rond door Leverkusen en Wiesdorf, waar alles getuigde van de groote welvaart, welke aldaar door de firma Rayer, thans het I. Q. Concern, is gebracht. Voor hen, die eene studie over deze materie maken, is een bezoek aan Leverkusen ten zeerste aan te bevelen. Men is daarbij steeds welkom. Zoo waren wij te ongeveer 5 uur weer tot ons uitgangspunt, het Casino teruggekeerd en zagen daarbij het heir van beambten de fabriek verlaten en één der talrijke auto’s opzoeken, welke hen naar hunne woonplaats vervoeren. Daar echter, met het oog op de tochtgenooten, welke dien avond nog te Amsterdam terug wilden zijn, de tijd drong, zochten wij onzen wagen op en reden full speed naar Keulen, na een hartelijk afscheid van onze begeleiders en gastheerente hebben genomen. Wij zouden onze taak als verslaggever hiermede kunnen beëindigen en zouden dit ook wel doen, ware het niet, dat de reis hiermede nog niet afgeloopen was. Fen 15-tal reisgenooten knoopten er nog één dagje aan vasL terwijl hiervan een zestal de reis nog verder voortzette. De avond in Keulen werd, althans wat de eerste helft betreft, gezamenlijk doorgebracht. De jongere helft wist van geen vermoeidheid en ging nog eens een kijkje in Keulen nemen. Met veel moeite werd den volgenden morgen verzamelen geblazen en met een kleine vertraging werd de groote autotocht aanvaard. Na Keulen bezichtigd te hebben, ging het via Qodesberg naar Me'hlem, waar per stoompont de Rijn werd overgestoken. Toen weer verder naar het station aan den voet van den Drachenfels, dewelke wij per kabelspoor zonden bestijgen. Gelukkig, dat het treintje op tijd vertrok, anders hadden wij beslist het vrouwelijke deel onzer club moeten achterlaten. Deze hadden n.I. amazoneneigingen, hetgeen niet te verwonderen was gezien de vele ezels, welke ter bestijging gereed stonden. Met moeite werden deze neigingen voorloopig onderdrukt, zoodat de opstijging toch in goede harmonie verliep. Na van het schoone panorama genoten te hebben, daalden wij weer naar de Rijnoevers af. Het bleek beslist onmogelijk, de dames voorbij de nog steeds wachtende langooren

821