hiervan was, dat omstreeks het jaar 1903 Succirubrabast in mindere mate aan de Britsch-Indische Qouvernementsfabrieken werd aan gevoerd en de febrifuge werd bereid uit de alkaloïdenresten van de C. Ledgeriana, officinalis en de hybriden van deze met C Succirubra. Een overzicht van de verhoudingen, die hierdoor in het leven werden geroepen, is gegeven door It.-kolonel A. T. Gage de vorige super-intendant van de Gouvernements Cinohona Plan-.' tations in Bengalen ineen publicatie, getiteld; „Note from a cultural and commercial point of view on the use of cinchona-alkaloids in the treatment of malaria’ (Trans. Royal Society of Trop. Medicine and Hygiëne, Vol. XVIII, No. 7, 1925). Uit de daar gepubliceerde analyses en de opmerkingen, die Be r na r d Howard naar aanleiding ervan maakte, blijkt duidelijk dat men van het aannemen vaneen standaard samenstelling van üe gemengoe alkaloïden verder dan ooit is verwijderd. Terwijl in sommige opgaven het percentage van kinine gehandhaafd bleef, is m het algemeen het gehalte aan cinchonidine en minder geworden. Een andere merkwaardigheid is de toename in hoeveel – heid van het rechtsdraaiende kinidine, het alkaloïde, dat men opgeeft als voornamelijk voorkomende in wortelbasten. B. F. Howard en O. Chick hebben deze omstandigheid besproken ineen opstel, getiteld: „Composition of Cinchona Febrifuge Mixtures wlth special reference to their Ouinidine Content.’’ (Pharm. Journ. [4], 57 28 •luly, 1923). Het meest valt echter het overheerschen van het'gehalte aan amorfe alkaloïden op, wat niet te verwonderen is, daar de Cinohona Febrifuge bereid was uit de resten van de bereiding van kinine uit den bast van Cinchona Ledgeriana. Uiteen medisch oogpunt bezien, zijnde verschillende kina-alkaloïden, wanneer ze zuiver zijn, werkzame geneesmiddelen bij koorts. Kinidine en kinine mogen als gelijk werkzaam, worden beschouwd. (Report of Madras Commission, 1865.) (Het zeer oude rapport, dat door David Hooper hier wordt geciteerd, is wellicht schuld aan deze zeer onjuiste bewering. De kinidine is belangrijk giftiger dan de kinine, zoo zelfs, dat de Nederlandsche Pharmacopee maximale doses voor het sulfaat van dit alkaloïde heeft opgenomen, zie ook J. B. Polak en L. van I t a 1 1 ie: Chinine en Chinidine bij Hartziekten. Uitgave van het Rijks-Inst. v. Pharmacotherapeutisch Onderz. 1923, ook over de werking der andere kina-alkaloïden zijn publicaties verschenen, die een uitspraak als de voorgaande in twijfel doen trekken. Ref.). Wat nu het hooge gehalte aan amorfe alkaloïden betreft, hun aanwezigheid is, uiteen pharmaceutisoh oogpunt bezien, allesbehalve een voordeel, daar zij de Cinchona febrifuge doen samenballen en het praeparaat daarom alleen in oplossing of in tabletvorm te dispenseeren is. Niettegenstaande hun ongewensohte pharmaceutiscihe eigenschappen, blijken de amorfe alkaloïden', evenals de kristallijne kina-alkaloïden, waardevolle geneesmiddelen bij de bestrijding van koorts te zijn en een beperkt gehalte aan amorfe alkaloïden ineen alkaloidenmengsel wordt niet als verwerpelijk beschouwd. (I r v i n g: Incl. med. Gaz. March 18, 1881; Ac ton:
795