Het recht op pensioen verkrijgt de mannelijke pharmaoeut op 65- jarigen, de vrouwelijke op 60-jarigen leeftijd, mits samengaande met ten minste 15 pharmaceutische dienstjaren. Het toekennen van pensioen geschiedt echter slechts aan hen, die inde laatste 10 jaren vóór het bereiken van de genoemde leeftijdsgrens in het geheel ten minste 6 jaar een positie bekleed hebben, die recht geeft op berekening van pharmaceutischen diensttijd en die zich schriftelijk verbonden hebben, om niet zonder toestemming van het Staatstoezicht nog dienst ineen apotheek te doen, nadat zij de leeftijdsgrens bereikt hebben of in het genot van pensioen gesteld zijn. Voor de berekening van het bedrag van het pensioen zijn bepaalde voorschriften gegeven, ook voor gevallen van ziekte en invaliditeit, die het voldoen aan de gestelde eischen voor het erlangen van pensioen zouden beïnvloeden. Eigenaars van apotheken hebben geen recht op het hier bedoelde pensioen; zij hebben een afzonderlijke pensioenregeling. Gestorte premiën worden niet terugbetaald. V. I. EGYPTE Bestrijding van bedrog met geneesmiddelen. De Egyptische regeering heeft bij de Berlijnsche Aerztekammer bezwaren ingebracht tegen den invoer, met groote reclame, van geneesmiddelen, die blijkbaar in Duitschland door zwendelaars worden bereid, en die men met bluffende voorspiegelingen in Egypte aan den man tracht te brengen. De Aerztekammer moest tot haar spijt aan de Egyptische regeering mededeelen, dat de wet in Duitschland niet bij machte is, dit volksbedrog tegen te gaan'. Daarop is haar een afdruk van de Egyptische wet ten deze toegezonden. 'Onder anderen wordt daarin van de pharmaceutische specialité’s gezegd, dat vele er van onzuivere of vervalschte scheikundige bestanddeelen bevatten, en door niet deskundige personen worden bereid; vele buitenlandsche praeparaten worden speciaal voor Egypte vervaardigd, zonder eenig verantwoordelijk geneeskundig toezicht; zelfs wel op bestelling van Egyptische apotheken, die verlangen, dat er op het etiquet wordt verteld, dat het middel volgens recept van beroemde buitenlandsche professoren is bereid. De wet verbiedt, geneesmiddelen samen te stellen zonder voorafgaand verlof van den openbaren gezondheidsdienst. Dit verlof mag alleen aan scheikundigen, artsen, apothekers, dierenartsen en tandartsen worden verleend. Om het te verkrijgen, moet men de nauwkeurige samenstelling van het middel mededeelen, alsmede de hoeveelheid er van per verpakking, de dosis per dag en pter keer en de apotheek of het laboratorium, waar het middel bereid is. De gezondheidsdienst mag de vergunning zonder opgave van redenen weigeren. Het invoeren van middelen uit het buitenland is aan dezelfde voorwaarden gebonden. (Berl. Aerzte-Corresp., 3 Augl. d. N. T. v. G.). Ouinetum en Cincliona Febrifuge. DavidHoo per gaf op de laatste Britsche Pharmaceutische Conferentie (zie Ouarterly Journ. of Pharmacy and Pharmacology, 1929, p. 186) een overzicht van de samenstelling en herkomst van deze beide kinapraeparaten. Veel nieuws deelde hij niet mee, maar het geheel geeft een goed overzicht. Hij schrijft; Febrifuge, of quinetum, is een naam, die gegeven is aan een mengsel van de totaal-alkaloïden, verkregen uit
793