noemd door de (Britsohe) Society o;f public Analysts. Er is thans een vervolg op verschenen (Analyst, 1929, 335). Daarin zijn opgenomen voorschriften voor de bepaling van het vriespunt, het stoltpunt en het kookpunt. Voor rozenolie is een aparte methode voor de vriesipuntbepaling uitgewerkt. Bij de beschrijving van de werkwijze, welke gevolgd moet worden voor het vasitste,:en van het kookpunt, is een toestel gecodificeerd, waarvan de afbeelding in het artikel te vinden is. VI. Bijzonderheden over pineolen en pistaches. In het Cacao- en Chocolade-besluit komt als 2de al. van art. 4 voor: ~het is geoorloofd chocolade zonder nadere aanduiding te bedeelen met geringe hoeveelheden onsdhadelijke aromatica en'of met mclkbestanddeelen, alsmede met gemalen zaden van walnoten, hazelnoten, amandelen. perziken, abrikozen en aardnoten, tevens met pineolen en pistaches". Over deze 2 laatste bijmengingen, onderscheidenlijk zaden van Pinus pinea en van Pistacea vera, geeft W. Peyer (Apolh. Zeit. 1929, 699) bijzonderheden, o.a. microscopie van de zaden, procentische samenstelling en verder constanten en eigenschappen van dein de beide zaden aanwezige vette olie. V. I. Het alkaloïde- (emetine-) gehalte van het Infusum Ipecacuanhae. Q- Bruch (Apoth. Zeit. 1929, 612) zou het wensclhelijk vinden, dat voor een aantal infusa en deoocta in het D. A. B. eisdhten voor het gehalte aan werkzame bestanddeelen zouden opgenomen worden. Zoo zou hij voor Infusum Ipecacuanhae een vermelding van het verlangde emetinegehalte vermeld willen zien. Hij heeft zelve dat gehalte bepaald in infusa van verschillende sterkte, omdat soms. in apotheken waar veel ipecacuanha-aftreksels voorgeschreven worden, een geconcentreerd infuus in voorraad gehouden wordt. Hij ging uit vaneen grondstof, die per 2 g 47 mg. emetine bevatte en bereidde infusa inde hierachter vermelde sterkte, waarbij de' in het aftreksel aanwezige hoeveelheid emetine, in m.g., tusschen haakjes is geplaatst. Infuus 2 : 800 (29), 2 : 400 (19), 2 : 200 (18,6), 2 : 100 (16,9), 2 : 40 (16,8). Het is hieruit duidelijk te zien. dat het werken met een geconcentreerd infuus uit den booze is. Werd echter, wat niet geoorloofd is, het poeder eerst met wat spiritus bevochtigd en daarna aan het water een weinig zoutzuur toegevoegd, dan werd een infuus 2 : 40 met 33,8 mg. emetine verkregen. V. I. De beoordeeling van oogzalven door het fotografische beeld. C. S t i c h (Pharm. Zeit. 1929, 800) heeft gebruik gemaakt van de, door F. P. Fisch er gegeven, methode van fotografische opname van het beeld der hoornhuid, om de goede samenstelling van oogzalven te beoordeelen. In het aangehaalde artikel geeft hij 4 afbeeldingen. die het resultaat van de aanwending van goede en slechte zalven, op de hoornhuid doen zien. Het is hem gebleken, dat niet elke vaseline als zalfmassa geschikt is; de beste is de Ohesebrmigh. Echter niet alleen, maar gemengd met 10 pCt. lanoline en 10 pCt. water.
747