»dimethylglyoxime, door bepaalde oxydantia een roodviolette kleur,; -aan die van permanganaat herinnerend, te voorschijn geroepen wordt. Zij raden voor oolorimetrische bepaling de volgende wijze van uitvoering aan: , . , ,h ,t, De oplossing, die vrij moet zijn van chloride, wordt zoo noodig, geneutraliseerd en daarna zwak zuur gemaakt (1 druppel verd. zwavelzuur). Zij wordt overgebracht ineen colodmeterbuis van 100 cm.3 met water aangevuld en 1 g. ammoniumpersulfaat er in opgelost. Na toevoeging van 1 cm.3 verzadigde alkoholische oplossing van dimethylglyoxime, 0,5 cm.3 zilvemitraatoplossing (0,5 pCt.) en 2 cm.3 waterige oplossing van pyridine (10 pCt.) wordt flink geroerd. Als standaardvloeistof, ter vergelijking, dient een oplossing van kopersulfaat (1 cm.3 O,Ol mg. Cu), waaraan dezelfde reagentia worden toegevoegd. De te bepalen hoeveelheidmag ten hoogste 0,1 mg. bedragen, ld. Cu kan nog aangetoond worden in 10.000.000 d. water. V. I. Een microchemische kleurreactie op zwavel. E. Qrünsteidl (Zeitschr. anal. Chem. 1929, 77, 283) maakt gebruik van de reactie met ferrizout op sulfocyanide, om langs microehemi'- schen weg zwavel aan te toonen. De door hem beschreven werkwijze is zoowel te gebruiken voor sulfiden, als ook voor stoffen als hoorn, eidooier, enz. Enkele m.g. der stof worden ineen porceleinen schaaltje bevochtigd met een paar druppels natronloog en het mengsel voorzichtig boven een klein vlammetje tot droog uitgedampt. Deze bewerking wordt na toevoegen vaneen paar druppels 0,1 pCt, oplossing van kaliumcyanide herhaald. Wordt nu met zwavelzuur zuur gemaakt en weinig vaneen sterk verdunde ferrichloride-oplossing toegevoegd, dan zal, bij aanwezigheid van zwavel in het onderzochte materiaal, een roode kleur zichtbaar worden. V. (j. Over het kopergehalte van planten, welke met konerhrudcrce oplossingen behandeld zijn werden onderzoekingen gedaan door M. Janicsek (Ber. Unger. Pharm. Gesellsch. 1929, 353). Inden proeftuin voor geneeskrachtige planten te Budapest waren bedden met Melissa officinalis en Mentha crispa door schimmels aangetast. Ter bestrijding werden de planten deels met 2 pCt. Bordcauxsche pap, deels met 1 pCt. Bourgondische pap bespoten en vervolgens op 3 verschillende tijdstippen materiaal verzameld. De koperbepaling geschiedde langs electrolytischeu weg, uit vloeistoffen, die verkregen waren, hetzij door uittrekken der plantenasch met zwavelzuur, hetzij door uittrekken van het bladpoeder met salpeterzuurhoudend water, uitdampen der oplossing en opnemen in zwavelzuur. Zelfs een maand na het bespuiten en na hevige regenbuien was het kopergehalte nog zoo hoog (het minste was 0,29 pCt. Cu SQ« 5 HsO), dat daardoor het gebruik der bladen voor het maken van infusen (waarbij inden regel gecoleerd en niet gefiltreerd wordt) gevaarlijk moet geacht worden. i Bij de koperbepaling werden de hoogste cijfers verkregen uit de asch. V. E

745