te zien, of het nog werkzaam is. Dit laatste is nog het geval wanrc/J%“rei9^tie^fi,bef!eden S4,PCt' Kedaald is- Q- BÓehnr [ Z lt' !929’ 323) heeft avonden, dat bariumsulfaat als indicajor voor de werkzaamheid gebruikt kan worden. Hij lost daartoe 1 pCt. van het zout in het geconcentreerde zuur op- bij opname van water scheiden zich eerst bundels van naaldvormige kristellen van de samenste Img Ba SO, 2H.SO, H.D. af, terwijl een neerslag van fijn kristallijn Ba S04 optreedt, zoodra de concentratie tot op ongeveer 84 pCt gedaald is. Zoolang zich dus slechts naalden it het zwavelzuur afscheiden, is het nog bruikbaar inden exsiccaor; tegen den tijd, dat zich sulfaat in poedervorm of in fijne kristallen vertoont, moet het zuur vernieuwd worden. V. ( Nieuwe ervaringen op het gebied der jodometrische titraties. setter °°r F’ Hal,n «■ Veretm Deat-I.lV°l “metrische oplossingen van thiosulfaat worden bij bewaring dikwijls sterker. Men nam vroeger aan, dat dit veroorzaakt werd door de vorming van sulfiet uit thiosulfaat. Het is echter gebleken, oat dit met het geval is en het verschijnsel zou slechts verklaard kunnen wonden, doordat thiosulfaat gevormd wordt uit stoffen, die zelf met met jodium reageeren. Hiervoor zou in aanmerking kunnen komen pentathionaat, dat met thiosulfaat in betrekking staat volgens de formule 2S5 06" + 3H!O?SS! Os" + 6 H-. Het »s waarschijnlijk, dat pentathionaat soms in het thiosulfaat aanwezig is, dit verklaart ook waarom thiosulfaatoplossingen niet altijd in sterkte toenemen. De bekende verschijnselen: voorbij-* gaande troebeling, eigenaardige geur en veranderlijkheid van den titer worden ook waargenomen, wanneer opzettelijk kleine hoeveelheden pentathionaat aan een thiosulfaatoplossing worden toegevoegd. Ook bij aanwezigheid van tetrationaat kunnen analoge verschijnselen optreden. Bij jodometrische titratie van ferri- en cuprizouten wordt sterk aanzuren voorgeschreven. Dit heeft het bezwaar, dat de reactie 21’+2H1 +v, 02 (lucht) h+Hs O zeer begunstigd wordt, waardoor het waarnemen van het eindpunt, door nablauwen, bemoeilijkt wordt. De groote zuiurooncentratie wordt aanbevolen, om hydrolyse tegen te gaan. Dit kan echter beter geschieden door overdadige verdunning te vermijden. In geconcentreerde oplossingen met weinig vrij zuur kunnen de bedoelde titraties goed uitgevoerd worden. Zure ferri-oplossingen worden. onder toevoeging van ammoniumchloride uitgedampt en de rest in weinig water opgenomen. Ook verdient het aanbeveling, om, in plaats van zetmeel, benzol of tetrachloorkoolstof als indicator te gebruiken, omdat daardoor het evenwicht inde gewenschte richting verschoven wordt. y. f_ Een gevoelige kleurreactie op koper. S. Q. Clarke en B. Jon es (Analyst 1929, 333) hebben waargenomen, dat ineen zwak alkalische oplossing vaneen koperzout, bij aanwezigheid van

744