Van Heemske rckDüker aanvoerde, erop! wijst, dat deze de zaak niet duidelijk inzag. Dordrecht (de (heer Bouma) wijst op het zeer onwaarschijnlijke salaris van f 7000. vaneen provisor na 17 jaren dienst ineen wed uwe-apotheek. De Voorzitter: U ziet ook hieruit, dat het geen vastgestelde cijfers moeten zijn, maar dat het voorstel dient als leiddraad. Voorts maakt spreker Utrecht erop attent, dat de contracten met provisoren niet door het Departement, doch door het Hoofdbestuur behooren te worden goedgekeurd, wanneer het dit noodig oordeelt. Haarlem (de heer Koster) zou met het eerste gedeelte van het voorstel kunnen medegaan, wanneer de eerste alinea aangevuld zou worden met „apothekers, in dienst van gemeenten, rijk of andere -openbare lichamen”. De Voorzitter brengt in stemming of het eerste gedeelte van het voorstel, dat niet anders dan als leiddraad beschouwd moet worden, aangenomen, dan wel teruggewezen naar de Commissie moet worden. Het eerste gedeelte van het voorstel wordt met groote meerderheid van stemmen aangenomen. Tegen stemden de departementen: Zeeland, Dordrecht, Gelderland, Haarlem, Leiden en Limburg. Omtrent het 2de gedeelte van het voorstel zal het volgend jaar een prae-advies worden ingediend. C. Van d© Departementen. Van het Departement Amsterdam. Eerste voorstel. De Algemeene Vergadering besluite, om onder toepassing van het bepaalde in Artikel 11 van het Huishoudelijk Reglement, gedurende het Vereenigingsjaar 1930 den heer Dr. J. J. Hofman tot voorzitter der Maatschappij te benoemen. Zie voor Toelichting (Ph. Wkbl. blz. 418 en 419). De Voorzitter geeft het woord aan den Onder-Voorzitter. De Onder-Voorzitter (Dr. Gerhardt): Uit den aard der zaak gaat het moeilijk, dat de Voorzitter zelf de behandeling van dit punt op zich neemt. Daarom zal ik een oogenblik het presidium waarnemen. Is er nog een Departement, dat hierover het woord wil voeren? Dan is het voorstel van het Dept. Amsterdam met algemeene stemmen aanvaard. De vergadering betuigt door daverend applaus hare instemming. De Onder-Voorzitter: Mag ik Dr. Hofman vragen of hij zijne benoeming aanvaardt? ‘J De Voorzitter: Mijnheer de Onder-Voorzitter, dames en heeren, het kan niet anders, dan dat ik het bewijs van goed gedrag, mij door de departementen uitgereikt, zal aanvaarden. De taak als voorzitter is er niet gemakkelijker op geworden, maar niettegenstaande dat, ben ik bereid ook het volgend jaar het voorzitterschap op mij te nemen. Ik hoop het in goede banen te kunnen houden. Ik dank U voor dit blijk uwer instemming met dit voorstel. (Daverend applaus).
728