de overeenkomst. In dezen zin zou ik een besluit willen zien genomen en stel voor om de zaak weder in handen te stellen van de Commissie voor Maatschappelijke Belangen. fJ^eSla1d 'h!er C„ath) geeft in overweging een eventueel onderzoek ook m te stellen over de mogelijkheid om deze salarissen uitte keeren op het platteland. Spreker is van meening, dat dan waarschijnlijk ook gekomen moet worden tot herziening van den toestand van den apotheker zelf. Df. Molm stemt in met wat de voorzitter gezegd heeft en zou het onderzoek gaarne zien uitgestrekt ook tot het volontairwezen. De Voorzitter: Kan men er zich mede vereenigen, dat deze aangelegenheid nader onderzocht wordt? De heer Vcnlet: Kan geen besluit genomen worden ten opzichte van het eerste gedeelte van het voorstel, n.l. omtrent de salarieenng van apothekers, waar men immers niet met een tweede partij te maken heeft? Limburg {de heer Van Werscli): In verband met de opmerking van Friesland, is het o. i. zeer ongewenscht om het eerste gedeelte aan te nemen. Deze salarissen staan met elkaar in nauw verband. Het is van het hoogste belang, dat deze in verhouding blijven. Ik zou het voorstel in zijn geheel naar de Commissie willen terugwijzen. Noord.Holland (de heer v. lieemskerc k Duker): Is het nu niet te dwaas, dat wijdoor andere mensdhen zouden laten uitmaken, wat de apothekers moeten verdienen? De Voorzitter: Ik geloof ook niet, dat dit de bedoeling is. De heer Valkis: Ik zie niet in, waarom het eerste gedeelte niet zou worden geaccepteerd. Het vorig jaar is aangenomen de leiddraad eenmaal inde drie jaar te herzien. Haarlem (de heer Koster): Waar het geen zin heeft een leiddraad vast te stellen, indien deze niet bindend is, voor de adsistenten, acht ik het eveneens onjuist dit voor de eerste categorie te doen. De Voorzitter merkt op, dat het in het eerste gedeelte van het voorstel gaat om het vaststellen van salarissen, 10. voor apothekers in dienst van openbare lichamen en 20. voor apothekers in dienst van weduwen, dus dat men hiertegenover anders staat dan tegenover de adsistenten. In deze behoeft de Commissie voor Maatschappelijke belangen niet met de Adsistentenbonden te rade te gaan. Utrecht (de heer Van Zanten) acht het van belang een of andere norm te hebben voor de salarissen van apothekers met het oog cp het goedkeuren der provisorscontracten door het Departementsbestuur. Spreker vraagt of de Commissie van Maatschappelijke belangen kan zeggen hoe zij aan een bedrag van f3OOO. is gekomen. ; De heer Cath maakt de opmerking, dat het sprekers bedoeling piet is geweest om Limburg te steunen in zijn voorstel om aanneming van het eerste gedeelte uitte stellen en dat hetgeen de heer
727