langen en onderwerpen. Wij willen ook inde Maatschappij dezelfde rechten en voorrechten, die wij deelachtig zouden zijn bij een eigen groepsbestuur. Wanneer U het zoo kunt inrichten, dan willen wij ons daarbij gaarne neerleggen. De Voorzitter stelt voor in samenwerking met Mr. Sa lm deze zaak nog eens behoorlijk te redigeeren en deze groep van apothekers als onderdeel van de Maatschappij op te nemen. Het is volgens sprekers inzicht zeer goed mogelijk te bereiken om aparte vergaderingen te beleggen. De heer v.d. Berg begrijpt niet, waarom er een aparte afdeeling van de Maatschappij gevormd moet worden. Wij zijn ervan overtuigd, dat er wel moeilijkheden zijn voor deze groep van apothekers, doch liet Hoofdbestuur zal niet ongenegen zijn deze te behartigen. Spreker ziet er de portée niet van in, om betreffende deze aangelegenheid het advies van Mr Sa 1 m te vragen. De heer Koster (Haarlem) wenscht op te merken naar aanleiding van wat de heer v.d. Berg gezegd heeft, dat deze actie waarschijnlijk is ontstaan door angst van het Hoofdbestuur, dat deze apothekers zich zonden afscheiden van de Maatschappij. Er bestaat reeds een militair-pharmaceutische Vereeniging en de groc-te meerderheid dezer Vereeniging is ook lid van de Maatschappij. De Voorzitter meent, dat de vorige spreker niet geheel op de hoogte is; wij vreezen geen afscheiding, maar willen eenheid van streven voor allen. Ook de Vereeniging van Officieren telt nog leden, die geen lid van de Maatschappij zijn. Kan men er zich mede vereenigen, dat deze zaak nader onder oogen gezien wordt? Br. Zwikker: Aanvankelijk heb ik, evenals de heer v.d. Berg, afkeerig gestaan, tegen het opridhten vaneen aparte vereeniging. Latef echter ben ik tot de conclusie gekomen, dat er heel veel goeds inzit. Wanneer men reglementair bepaalt, dat men 1 a 1 n.aal per jaar moet vergaderen, dan komt men bij elkaar ter bespreking van bepaalde onderwerpen. De Voorzitter: Kan men er zich mede vereenigen, dat dit nader zal worden geformuleerd? De vergadering kan zich hiermede accoord verklaren. De Voorzitter: Dan is dit voorstel in principe aangenomen. De heer van den Dries: Neen, ik ben het er niet mede eens. Ik kan begrijpen, dat men behoefte gevoelt om te vergaderen, dodh dit moet inden boezem van de Maatschappij gebeuren en niet afzonderlijk. Men wil van de zijde der bedoelde 5 apothekers en ook van de zijde van het Hoofdbestuur een contact leggeni tusschen de leden dier speciale vereeniging en nu heeft het Hoofdbestuur getracht dit te bereiken dooreen Commissie in ie stellen, welke benoemd moet worden door de Algemeene Vergadering. Ik vind, dat die Vereeniging zelf uit haar Bestuur deze Commissie moet aanwijzen. De Voorzitter maakt de opmerking, dat het benoemen der leden dier Commissie los staat van het voorstel tot uitbreiding van het aantal commissies met de onderwerpelijke. Er wordt besloten, dat de groep zelf de leden der Commissie zal

723