gingen en die inden loop der jaren geleidelijk uitbreiding ondergingen n(et stoffen, die den artsenijschat waren komen verrijken. Tot een gedrukte handleiding, op de wijze, zooals wij die in groote hoeveelheid voor de anorganische analyse bezitten, kwam het, althans in ons land, niet. Het thans voor ons liggend boekje verscheen in eersti uitgave in 1923 en werd in Zwitserland, waar de Schr. destijds doceerde, spoedig veel gebruikt, terwijl een Engelsche en Japansche vertaling reeds bestaat en aen Fransche in bewerking is. Deze feiten zoudem reeds voldoende zijn ter aanbeveling van het werkje. Nadere kennismaking bevestigt bovendien het vooropgezette gunstige oordeel. Het zou te veel plaatsruimte vergen, om bijzonderheden van de wijze van werken te geven. Slechts deze bijzonderheid, dat de scheidingen in hoofdzaak berusten 1. op de al of niet vluchtigheid der bestanddeelen en 2. op de oplosbaarheid in aother en in water. Wellicht zou voor het speciale gebruik in het pharmaceutisch (onderricht) laboratorium het schema hier en daar gewijzigd (bekort of uitgebreid) kunnen worden, maar in zijn opzet lijkt ons deze handleiding zeer geslaagd. V. I. Mikrochemie der Arzneimittel und Gifte von A. Mayrhofer 11. Teil: Die Arzneimittel organischer Natur. Mit 24 Abbi(dongen im Text und 15 Tafeln. Urban & Schwarzenberg, Berlin und Wien, 1928, blz. X en 270, prijs f 11,10. Dein 1903, bij het verschijnen van het eerste deel, gegeven, belofte, om spoedig het tweede te laten volgen, is thans ingelost. Dit gedeelte is op analoge wijze bewerkt als het eerste. Het geeft weer weinig afbeeldingen, maar veel literatuuropgaven. Dit is op zichzelf van groote waarde, maar brengt met zich mede, dat een aantal standaardwerken, waarnaar vaak verwezen wordt, niet gemist zullen kunnen worden. Dat deze handleiding bewerkt word voor het microchemisch onderzoek van geneesmiddelen en vergiften, maakt het van den anderen kant begeerlijk voor den pharmaceut, om dit speciale microchemische werk naast andere te bezitten. Bij de literatuuropgaven zijnde Nederlandsche goed vertegenwoordigd. Van het werk van Amel in k had Mayrhofe r blijkbaar nog geen kennis genomen. V. I. Berichten, Vereeniging voor Pharmaceutische Handelsbelangen. Dr. Tobi schrijft in het Maandblad voor den Ondernemingsvorm en het Bedrijfswezen in Nederland en Nederlandsch Indië het volgende over de actie van de vereeniging voor pharmaceutische handelsbelangen : „Dat met organisatie op dit punt zeer veel te bereiken is, leert een ander voorbeeld, eveneens uit de praktijk van ons eigen land, waarop ik ook reeds in mijn werk gewezen heb. Ik bedoel de organisatie van den geheelen handeT in drogerijen en pharmaceutische artikelen hier te lande, onder de auspiciën van den Algemee-
581