Verdachte: „dan waren wij voordeeliger uit.” (zoekt in zijn papieren, ziet rond en stopt zijn betoog.) Kantonrechter: „Hebt u nog iets te zeggen?” Verdachte: „Nu niet; ik krijg nog wel gelegenheid?” Kantonrechter: „Zeker, u krijgt nog weer ’t woord; u hebt ’t laatste woord.” O. M.: „Ik behoud mij ’t recht voor om, als verdachte in tweede instantie met nieuwe feiten komt, ook daarop te antwoorden.” Verdediger: „M.H. de Kantonrechter. Ik zal den juridischenkant nader in ’t licht stellen. Ik kan korter zijn. Ik verwijs naar art. 9 alin. 2 en ’t arrest van den Hoogen .Raad van 27 Oct. 1890, ’l Betreft het geval Oss, waar de apotheker was vertrokken en de apotheek vijf dagen was gesloten geweest. Toen kwam daar de dokter en leverde geneesmiddelen af. Hij werd aangeklaagd, maarde Hooge Raad sprak hem vrij. In Oss was geen apotheker gevestigd. Nu is het hier als in Oss en geldt het arrest van den Hoogen Raad. De apotheek hier is zes uur onbeheerd geweest. Daarom vraag ik ontslag van rechtsvervolging. En de strafmaat! Indien toch veroordeeling volgt, zoo laag mogelijk. Verdachte wil ’t belang der Volksgezondheid, dus zoo laag mogelijk.” O. M.: „Verdachte heeft zich beroepen op ’t Volksbelang als beweegreden. Maar zijn speech hoort niet inde rechtzaal. Verdachte houdt ’n politieke speech, die onjuist is. ’n Beroep op ’t Volksbelang gaat niet op. Zou er voor hem geen andère weg zijn? De wet wil de aflevering! uit de apotheek. Is die wet niet juist, dan is de weg voor verdachte inde geneeskundige bladen of de Tweede Kamer. Maar hier geldt het academisch belang niet. Publicatie is beter dan ’n spectacle. De apothekerscontröle kent u niet. Apothekers leggen na hun doctoraal examen inde wis- en natuurkunde af twee practische examens. Maar ’t aspect der zaak lijkt mij nu anders. Verdachte heeft bij Ged, Staten verlof gevraagd en niet verkregen. Ik krijg sterk den indruk, dat verdachte, die doo, de voordeur is uitgezet, door ’n achterdeur weer wil binnenkomen ’t Geval Oss IDe apotheek was gesloten; de sleutel
538