mogen slechts werken onder onmiddellijk toezicht. De arts wordt hier volwaardig beschouwd, als de apotheker. ’t Bedrag is zeer gering bij den dokter. Ook dit is ’n praktisch Volksbelang, 'n Reëel geval zal ik noemen, ’k Zal het mededeel en uit ’n overweging van recht. 10 Jan. 1929 werd afgeleverd in twee kleine fleschjes: carbol-glycerine en waterstofperoxyde voor te zanten ’n waarde van 11 cent. (Verdachte ziet om, naar de tribune). En de apotheker berekende f 1.80. En dit werd berekend aan de arbeiders van Giesbeek. Dit kan ’n medicus even goed klaar maken. Hij kan even goed afmeten. Het moet uit zijn —in mijn geneeskundige praktijk— met die gedwongen samenwerking met die apotheek in Doesburg. Eu in Angerlo. *) Door de dure apotheek worden ze afgeschrikt. M.H. de Kantonrechter, ik heb ’n officieel schrijven van de arbeiders uit Giesbeek tegen de dure apotheek, de monopolie-apotheek. 't Is voor hen ’n bezwaar inde vrijeartsenkeuze. 't Schrijven is van het dokters- en apothekersfonds der Gemeente Angerlo te Giesbeek.” (Verdachte doet voorlezing en steekt dan den brief weer in ’n enveloppe). O. M.: „Ik vraag overlegging van dit stuk.” Verdachte: „Dat is niet noodig.” O. M.: „Ik heb ’t noodig, ’k moet het kennen.” (De brief wordt onwillig overhandigd.) O. M.: (lezende v.d. enveloppe): „van ’t R. C. Werkliedenfonds St. Joseph”. Is dat 't zelfde fonds?” Verdachte; „Neen, ’n apart fonds. De schrijver is toevallig voorzitter. M. H. de Kantonrechter, om ’t mij mogelijk te maken als gelijkberechtigde in die streken ” Kantonrechter: „als reddende engel!” *) Noot van den verslaggever. Augeno is ’n plaatsje, op enkele K.M. van Doesburg gelegen. Er practiseeren ook doktoren uit naburige, over de rivier gelegene plaatsen, welke apotheekhoudend zijn. Deze concurrentie is ’n factor zij ’t ongenoemd in ’t geding van Verdachte. In Doesburg en omgeving heeft de apotheek Kr. den naam, billijk te zijn.

537