discussies voor zoover zij betrekking hadden op de penetratie apotheken der Maatschappij.

De heer van ’t Sant liet ernstige protesten hooren en stelde de zeer juiste vraag naar aanleiding van art. 7, waar de vennootschap lid moet zijn van de Maatschappij, wanneer er meerdere apotheken zijn, die in verschillende departementen zijn gelegen. Bij punt 6 der Agenda stelt de heer Jonkman de vragen: le. Hoe krijgt men de „penetratie apotheken” weer los uit de Naaml. Vennootschap?, en 2e. Waarom, wanneer men tot deze zaak overgaat, wordt er niet meer kapitaal ingestoken dan f20.000? De gevoerde besprekingen hebben tot resultaat, dat een voorstel van den voorzitter wordt aangenomen, om op de Algemeene Vergadering eerst te doen uitmaken, of eene Commissie uit de Maatschappij deze apotheken in ’t vervolg zal beheeren, of dat men zal overgaan tot het stichten van eene Naaml. Vennootschap. Nadat de heer V. van Itallie nog iets heeft medegedeeld over eene urine met alkapton, die hij ter onderzoek had gehad, werd de vergadering gesloten. GOUDA. Vergadering van 27 Mei 1929. Deze uitstekend bezochte vergadering was hoofdzakelijk gewijd aan punten, die op de a.s. Algemeene Vergadering besproken zullen worden. Tot afgevaardigde werd benoemd Dr. Th. Ex Ie r te Schoonhoven en als zijn plaatsvervanger ons nieuwe lid de heer E. G re n■d el Jr. Verder bracht een voorstel van het Hoofdbestuur, n.l. opheffing der Departementen Leiden, Dordt en Gouda en vereeniging van deze drie tolt één Departement Zuid-Holland, vele tongen in beroering. Men was ’t met elkaar eens, dat dit niét kan leiden tot mieer opgewekt pharmaceutisch leven, vooral toen bleek, dat prooentsgewijze de opkomst onzer leden gunstig afsteekt bij die der groote steden. Nadat de heer van Soeren, apotheker te Bodegraven, had me’s-GRAVENiHAGE. Vergadering van 30 Mei 1929. Verschillende huishoudelijke aangelegenheden, waaronder voor de zooveelste maal de kwestie van statiegeld voor ziekenfondsen, gaan aan de besprekingen omtrent den beschrijvingsbrief der algemieene vergadering vooraf. Nadat ineen Hoofdbestuursvergadering aan het Bestuur en enkele leden een uitvoerige toelichting was gegeven, werd het derde voorstel voor de algemeene vergadering, welk voorstel niet is gepubliceerd, ingetrokken. Voor het lidmaatschap hebben zich aangemeld Mej. Q. C. Ekker en Mevr. E. Wtehuiz e n-C arpentier Alting, beiden thans lid van het Dept. Rotterdam, resp. tegen 1 Juli en 1 September. W. D. VALKIS, Secr.

503