ceerd, maar deze worden niet voldoende bezocht, wel verschijnen er korte verslagen van hetgeen inde Hoofdbestuursvergadering behandeld is; dit neemt echter niet weg, dat af en toe een persoonlijk contact op de Departementale vergaderingen met een lid van het Hoofdbestuur en een trouw bezoek daarvan, de band nauwer zal toehalen en de belangstelling inde faits et gestes zal vermeerderen. Het groote voordeel ligt ook hierin, dat aldaar vertrouwelijke mededeelingen kunnen worden gedaan, waardoor men ook aan de Peripherie beter qp de hoogte komt van alles wat er door het Hoofdbestuur wordt gedaan. Nu wij het toch over de Departementen hebben, zij hier gememoreerd, dat er eenige kleinere zijn, waar van pharmaceutisch leven geen sprake is. Het is daar zeer moeilijk, dikwijls zelfs onmogelijk, een Bestuur te formeeren, zoodat het niet te verwonderen valt, dat van deze Departementen heel weinig actie uitgaat. Hef Hoofdbestuur heeft zich onlangs met een schrijven tot genoemde Departementen gericht en hen, zoo gewenscht, zijne bemiddeling aangeboden om een provinciaal Departement met plaatselijke apothekersvereenigingen te vormen. Het antwoord hierop is nog niet ontvangen, zoodat dienaangaande nog een afwachtende houding moet worden ingenomen. Gaan wij het verhandelde na op de 77ste Algemeene Vergadering te Rotterdam, dan komen daarin enkele zaken voor, waarbij nader moet worden stil gestaan. Aan het besluit, aldaar genomen, om eene algeheele herziening der Statuten en Reglementen der Maatschappij voor te bereiden, is door het Hoofdbestuur gevolg gegeven. Een voorstel dienaangaande is bereids in het Pharmac. Weekblad gepubliceerd, en zal aan het oordeel der a.s. Algemeene Vergadering worden onderworpen. Dat aan het Hoofdbestuur voor behoeftige adsistentera een crediet werd verleend van ten hoogste f2OOO uit het Toeslagfonds, stemde ons dankbaar. Hierdoor waren wij inde gelegenheid om aan alle aanvragen om steun te voldoen. Dat deze inde toekomst zullen toenemen, behoeft geen betoog, wanneer men voor oogen houdt, dat een(e) adsistent(e), voor wie b.v. vanaf zijn (haar) 49ste jaar gestort is, eerst dan voor toeslag in aanmerking kan komen, wanneer voor hem (haar) gedurende ten minste 15 jaren is gestort (780 weken), tenzij hij (zij) vóór dien tijd uitkeering, ingevolge de Invaliditeitswet, geniet. Dat een(e) adsistent(e) tot zijn (haar) 64ste jaar inde apotheek werkzaam blijft, behoort tot de uitzonderingen en waar de salarissen weinig gelegenheid geven tot sparen, zullen de aanvragen om steun inde eerstvolgende jaren wel van zelf toenemen. Laten zij, die meenen, dat het kapitaal van het Toeslagfonds ruim voldoende is, het op ons genomen risico te dekken (en naar onze meening is dit juist) bovenstaand in het oog houden. De bijdragen van iederen collega zijn niet groot; het leed, wat men ermede verzachten of de nood, dien men ermede lenigen kan, zijn wel groot. Welnu, laten wij dan doorgaan met het Toeslagfonds groot en krachtig te maken; het geschiedt voor een goed doel en mogelijk kan een batig saldo ook anderszins ons personeel ten goede komea
491