troebeling van kristallen, bestaande uit kleine, scheef afgesneden prisma’s. Deze bleken te bestaan uit het zoutzure zout van «en base.
Deze kristallen gaven zeer sterke nitroprussidJe-reactie. Het aequivalentgewicht der base werd bepaald, door 50 mg. van het zout in Benige cm.3 warm water op te lossen en te titreenen op phenolphthaleïne. De oplossing gebruikte 1.02 cm.3 0.1 N. loog inde micnoburet. Het aequivalentgewicht is derhalve 490. Dooreen weinig van het eerst beschreven residu van naalden op het voorwerpglas met zoutzuur te voorzien en om te kristalliseeren uit water, werd een zelfde kristallisatie van schuin afgesneden, scherp afgeteekendle, dubbelbrekende prismatische kristalletjes en ruitjes verkregen De hoofdmassa der uitgeperforeerde vloeistof werd; op gelijke wijze met overmaat zoutzuur behandeld, en bij lage temperatuur verdampt. De verkregen kristallen werden gezuiverd door extraheeren met chloroform ineen klein huisje, gewtasschen met weinig alkohol .en omgekristalliseerd uit water. Ze hadden een smeltpunt van 232° corr., bepaald in het blok van Berl-Kullmann met den Anschü t z-thermometer, De opbrengst was niet meer dan eenige honderden milligram'- tnien. Was nu alzoo de stof, voorzien vaneen sterke additieve capaciteit tegenover nitroprussied-natrium, geïsoleerd, en gekarakteriseerd als een base met een aequivalentgewicht van 490, de vraag rees, op welke wijze deze base nauwkeurig geïdentificeerd kon worden. Afgaande op een mededeeling van Schwyzer (Die Fabrikation der Alkaloïde, 1927, pag. 45), welke schrijver blijkbaar zeer goed op de hoogte is van de fabriekmatige bereiding der alkaloïden, en die betwijfelt, of de isolatie van narceïne uit opium rendabel is, komt men tot het vermoeden, dat de hoofdmassa van de handels-narceïne wel synthetisch uit narcotine verkregen zal worden. Dat de bovenbedoelde stof een zeldzame opiumbase is, is derhalve a prior! niet waarschijnlijk. Voorts bleek mij, dat een zeer oud monster narceïne, dat bewaard gebleven was inde ■Gemeente-Apotheek, weinig zuiver was, en stellig gemaakt is vóór 1888, het jaar, waarin de synthese van narceïne uit narcotine gevonden werd, de nitroprusside-reactie niet levert. Er is derhalve een zekere mate van wiaarsohijnlijkheid, dat de stof in questie een bijproduct is van de synthese. Het meest
447