grooter. Waar de phannacopee deze handeling evenwel niet voorschrijft, en ik de toelaatbaarheid er van niet gecontroleerd heb, werd dit punt bij het zuiverheldsondterzoek buiten beschouwing gelaten. Het kwam mij voor, dat de beschreven afwijking te wijten zou kunnen zijn aan twee mogelijkheden, namelijk aan een oonstitutieverscbil tusschen natuurlijke en synthetische narceïne (welke laatste vroeger wel pseudo-narceïne genoemd werd, hoewel latere onderzoekers geene verschillen konden constateeren) dan wel aan de aanwezigheid vaneen in 'het preparaat voorkomende verontreiniging, die dan een sterke nitro-prusside-neactie zou moeten geven. De laatste mogelijkheid werd, als de meest waarschijnlijke, het eerst nagegaan. Uiteen voorproef bleek mij, dat, wanneer uit de oplossing van het zoutzure zout de naroeïne neergeslagen wordt, de afgescheiden kristalen een vrijwel negatieve reactie van Bi tt o geven, terwijl de ingedampte moederloog een fraaie reactie levert. Door herhaald uitschudden met ch loroform-a ik oh ol verminderde deze niet merkbaar. Op grond hiervan werd de volgende werkwijze toegepast. 25 gram Narceïne-hydrochloride werden opgelost in 500 cm.3 heet water en geneutraliseerd met de berekende hoeveelheid N-!oog. Na e enige uren staan werd de afgescheiden narceïne afgezogien en uitgewasschen. Het filtraat bleek alkalisch te reageeren op phenolphthaleïne. 10 cm.3 er van werden gefit reerd op dien indicator en bij de rest van het filtraat werd zooveel verdund zoutzuur gevoegd, dat de alkalische reactie juist verdwenen was (gewaakt moest worden tegen aanwezigheid van phpht. in het filtraat, waardoor roodkleuring bij de reactie van Bi 11 o zou kunnen ontstaan). Het filtraat werd ingedampt tot beneden 100 cm.3, een nacht sterk afgekoeld en opnieuw gefiltreerd. De vloeistof werd thans gedurende 5 uur geperforeerd met chloroform, Ze bleek weer alkalisch te zijn op phenolphthaleïne. Ben deel er van werd nauwkeurig geneutraliseerd, drooggedampt en uitgetrokken met warmen alkohol, wiaarbij het aanwezige chloornatrium achterblijft. Bij langzame verdamping resteert een residu, dat weldra tot rozetten van naalden kristalliseert. Ben ander deel werd met overmaat zoutzuur aangezuurd, aan de lucht verdampt en eveneens uitgetrokken met alkohol. Reeds spoedig na het begin der verdamping ontstaat een
446