ding, waarop beweerd wordt, dat het middel_jie bedoelde eigenschappen bezit, als „misleidend” beschouwd en volgens de „Food and Drug Act” vervolgd worden. Er mag echter niet verzwegen worden, dat een aantal fabrikanten weten aan welk gevaar zij zich zouden kunnen blootstellen en het daarom verkiezen, om die bedriegelijke aanbevelingen niet op de middelen zelve te herhalen. (Naar Pharm. Journal). Smokkelaars van verslavingsgiften, Ter aanvulling van het bericht in ons vorig nummer, omtrent de aanhoudingen verricht in verband met den smokkelhandel in verdoovende middelen tusschcn Weenen en Kaïro, kan nog gemeld worden, dat de politie van Weeneni, op aanwijzingen van Egyptische zijde, 6 personen in hechtenis heeft genomen onder vermoeden van deelneming aan bedoelden smokkelhandel, in het bijzonder van heroïne. Onder de gedetineerden bevindt zich ook den mede-eigenaar van de firma Pharmadrog, die groothandel in drogerijen voert. In Egypte werd aangehouden) de beruchte „smokkelaars- err verslavingsgiftkoning” E 1-H a g-T arbu sc h. Hij had een groot leger van agenten in zijn dienst en beheersohte ongeveer de geheele markt van verslavingsgiften in het Oosten. Niet minder dan 600 kg. haschisch, 2000 kg. opium en groote hoeveelheden cocaïne werden in zijn woning aangetroffen. DUITSCHLAND. Ziekten veroorzaakt door verslavingsmiddelen. Aan het verslag van den toestand der volksgezondheid in het jaar 1927 ontleent de Apotheker-Zeitung het volgende: Het aantal patiënten, dat wegens misbruik van morphine en andere narcotische giften in inrichtingen voor zenuw- en zielsziekten verpleegd wordt, bedroeg vóór den oorlog ongeveer 500. In het jaar 1923 was dit 1238, in 1925 reeds 1623, om in 1926 tot 1710 te stijgen. Hieruit behoeft niet afgeleid te worden, dat het aantal der „verslaafden” na den inflatietijd is toegenomen. Veel eer mag aangenomen worden, dat een aantal morphinisten, door de strengere controle op de aflevering van het vergift, zidh moeilijker of slechts tegen hoogere kosten den begeerden prikkel kunnen verschaffen en zich daarom ineen inrichting ter genezing laten opnemen. Opmerkelijk is het ook, dat in Pruissen het aantal sterfgevallen door verslavingsgiften afnemend is, al mag ook uit de kleine getallen, waarom het gaat, geen zekere conclusie getrokken worden. Volgens de Pruissische statistiek pleegden zelfmoord of overleden ten gevolge van vergiftiging met Opium en Cocaïne opiumprodneten Gemiddeld gedurende de jaren 1919/1928 8 130 „ „ „ .. 1924/1925 5 111 In het jaar 1926 3 101 „ „ „ 1927 4 100

320