Het document, waarop in die verklaring wordt gedoeld, wordt ter kennisneming van de leden ter griffie van de Kamer nedergelegd. In verband met den laatsten zin van de eerste vraag worde vermeld, dat in het proces-verbaal nog het volgende ter zake voorkomt omtrent een verklaring van den Nederlandschen gedelegeerde in tweede instantie: „With regard to dr. Ca r r i è r e ’s remark as to his insistance on issuing import certificates by the chief of the competent department of the Netherlands, M. van Wettum knew dr. Carri è re’s point of view in this matter. The position was that the Netherlands Government was prepared to issue import certificates if the documents were required by the exporting country. The chief of the competent department had undoubtly dealt with the matter according to his instruction. IHe would point out that the fault, if fault there had been, should be charged to his Government, its regulations being not adequate in the circumstances”. 2. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord. 3. De oorzaak, dat niet eerder de maatregelen genomen zijn, waarop de derde alinea der aangehaalde verklaring van den gedelegeerde doelt, ligt in het feit, dat, hangende 'het onderzoek, door de Bezuinigingscommissie ingesteld nopens de vraag, of op de organisatie van den betrokken dienst der Volksgezondheid bezuinigd kon worden, uitbreiding van personeel bij dien dienst uiteraard is aangehouden. Daar deze uitbreiding echter voor de handhaving der genoemde maatregelen onvermijdelijk werd geacht, heeft de ondergeteekende ten slotte niet op den uitslag van het onderzoek der Bezuinigingscommissie dat in Juni 1927 werd aangevangen kunnen wachten en is in het begin van 1928 tot uitbreiding overgegaan. 4. Deze vraag beantwoordt de ondergeteekende bevestigend, waarbij hij aanteekent, dat het antwoord op de tweede vraag in haar beteekenis doet verminderen. 5. De ondergeteekende heeft bezwaar, de niet gebruikelijke bekendmaking te doen, hoeveel dagen een wetsontwerp, in dit geval het wetsontwerp, dat is geworden de Opiumwet 1928 (Staatsblad no. 167), bij elk der betrokken departementen, bij elk hunner afdee-Üngen eii bij elk der andere medewerkende colleges in behandeling is geweest. Wel kan worden medegedeeld, dat zes departementen bij de voorbereiding waren betrokken, zoodat het injprdepartementaal overleg uiteraard veel tijd vorderde. (N. Rtt. Crt.) De enquête over opiumgebruik in het Verre Oosten. De corresptondent van de N. Rtt. Crt. te Genève meldt. Thans heeft ook de Fransche regeering zich bereid verklaard, een aandeel inde kosten van de Volkenbondsenquête naar het Verre Oosten inzake het opiumrooken aldaar op zich te nemen, nadat Engeland, Nederland en Siam reeds financieelen steun hadden toegezegd. De Fransche regeering heeft daarvoor een bedrag van 25,000 Zwitsersdie francs afgestaan en gastvrijheid in Indo-China, zoodat de financieele moeilijkheden thans uit den weg zijn geruimd. Men mag met reden vertrouwen, dat de Volkenbonds-
237