bhk het zullen opnemen voor den drogist, die zidi te buiten gaat aan het recepteeren. Wij zouden willen, dat het zeer diep doordrong tot alle collega’s, welke enorme schade zij doen aan het bedrijf, door zich nog immer te leenen tot het gereedmaken vaneen recept. Begrijpt men dan nog niet, dat wij leven bij de gratie vaneen niet nageleefde wet, dat wij moeten oppassen, dat straks bij de behandeling van het wetsontwerp, dat ons wellicht zoowat-alles kan ontnemen, wat wij na harden strijd gewonnen hebben, niet gezegd kan worden, dat „het een weldaad zoude zijn, indien er zulke strenge maatregelen tegen de drogisten genomen zouden worden, dat zij voorgoed verdwijnen.” Den enkeling, die een gevaar blijft voor onzen stand, den enkeling, die, tuk op een paar centen winst, het moreel van zijn collega’s weggooit, wij moeten dien enkeling toch wel op het hart drukken: „Blijf van de receptuur af. laat dat over aan hen, die daarvoor aangewezen zijn.” Vergelijk ik het vonnis, dat hier gegeven werd, met de vonnissen, die uitgesproken zijn tijdens de bekeuringen voor Lijst C-overtredingen, dan kunnen wij niet anders dan erkennen, dat de rechter, die toen een welwillendheid tegenover de drogisten te kennen gaf,’ thans bij het veroordeelen in zake recepteeren een ander en onzes inziens juist standpunt inneemt, nl. dat het recepteeren iets is, wat absoluut niet toegelaten kan worden. Collega s, laat 'het nu uit zijn! Recepteer niet meer, het is tol schade van onzen stand." Haagsche Chemische Kring. Inde vergadering van 19 Februari j.I. deed de heer C. G. Baer t, apotheker, een geschiedkundigchemische mededeeling over narcotica. Het verleden kende weinig narcotica; de grootste rol heeft gespeeld de Mandragora, waarom zich vele mythologische verhalen groepeeren. Ook in onzen tijd worden de betreffende alkaloïden nog gebruikt ter voorbereiding der narcose. Onze tijd vraagt meer; men wil weten, wat er in het organisme plaats heeft bij de narcose. Dit vraagstuk blijkt zeer ingewikkeld en is nog niet geheel doorzién. Verschillende theorieën zijn opgesteld, de oudste door (Bitchh ei m, die een aangrijpingspunt voor de narcotica in het lichaam wilde zoeken Van lateren datum zijnde lipoidtheorie van Meyer en Overton, de adsorptietheorie van Traube, de permeabiliteitstheorie. De moeilijkheid bij de studiezit vooral hierin, dat men goed colloidchemisch onderlegd moet zijn en tegelijk physioloog. Gewezen werd nog op den invloed der narcotica op de colloïden en op de viscositeit van het protoplasma en hoe de laatste wordt bepaald. Ten slotte vertoonde spreker een serie lichtbeelden, die betrekking hebben op de operaties inden vroegeren tijd zonder narcotica en die van lateren tijd met verschillende hulpmiddelen. Daarna sprak Dr. H. J. Choufoer over „Explosief antimoon”. Spreker gaf een overzicht van de onderzoekingen van Coke n en van eigen werk op dit gebied. Bij lage temperatuur wordt door electrolyse van antimoontrichlorideoplossingen een glanzend, explosief antimoon verkregen. Als resultaat van bovengenoemde onderzoekingen bleek, dat geen

232