Voorschrift: tropaeoline 00 70 mg. methyloranje 100 „ methylrood 80 broomthymofblauw 400 „ naphtho'phthaleïne 500 „ kresolphthaleïre 400 „ phenolphthaleïne 500 „ alizarinegeel R 150 „ opgelost in 100 cm.3 (c.q. 200 cm.3) verdunden spiritus. Gebruikt werden kleurstoffen van „G r ü b 1e r”. 1 kleine druppel (= 0.01—0.02 cm.3) indicator op 10 cm.3 vloeistof. PH Kleur (naar de kleurenschaal „M ull ik en”.) 2 oranje-rood N. T. 3 rood-oranje „ 4 oranje 5 gieel-oranje 6 oranje-geel 6.5 geel ,r Shade 1. 7.0 groen-geel „ 8.0 groen Shade 11. 8.5 blauw-groen N. T. 9.0 groen-blauw „ Shade I. 9.5 violet-blauw tot blauw-violet Shade I. 10.0 violet „ 11.0 violet tot rood-violet N. T. 12.0 violetrood N. T. Tot pe 8.5 neme men waar bij doorvallend licht van boven naar beneden. Vanaf pn 8,5 bij cpval’endi licht tegen een witten achtergrond,, of bij doorvallend licht. In het zure gebied zijnde kleuren sprekender dan die van het vroeger gegeven voorschrift. Ook pjh 10 en 12 zijn zeer goed te onderscheiden, zooals K o 1 t h o f f ook ongetwijfeld bij onderzoek zal blijken. Aan het bezwaar, dat K o 1 t h o f f noemde, dat indicatoren

159