Berichten

Brand in het Laboratorium voor Artsenijbereidknnde te Amsterdam. 4 Februari des middags te 4 uur is brand ontstaan in het Laboratorium voor Artsenijbereidkunde der Universiteit van Amsterdam, Kloveniersburgwal 84. Ineen zuurkast geraakte een hoeveelheid benzol in brand, met het gevolg, dat een daar werkzame studente, mej. L. Huysman, vrij ernstige brandwonden aan handen en gelaat kreeg. Bij een poging, om haar te helpen, kreeg de heer N. Land lichte brandwonden aan de handen. Oe vlammen, die zich ook aan de gordijnen mede deelden, werden met behulp van zand en tetrachlooi koolstof gebluscht; de brandweer, die gealarmeerd was, sloopte de zuurkast en zorgde voor de nablussching. De gewonden werden in het Binnengasthuis verbonden en konden daarna huiswaarts gaan. Algemeene vergadering van de Nederlandsche Vereenigin* voor Geneeskruidtuinen, in hotel Krasnapolsky, Amsterdam, op Zaterdag 23 Februari 1929, te 2 uur. Agenda: ’ – i 1. Openingswoord van den voorzitter. 2. Notulen der vorige Algemeene Vergadering. 3. Jaarverslag van den secretaris. 4. Rekening en verantwoording van den penningmeester. 5. Bestuursverkiezing; aftredend: Mr. J. H. de Crane (herkiesbaar), Ad r. v.d. Vij se 1 (niet herkiesbaar). 6. Mededeelingen van den voorzitter, betreffend; a. De Kruydhof te Arnhem. b. Onze proeftuin. c. Het Internationale Congres voor Geneeskruidencultuur e.v, mededeelingen, de Ver. betreffende. 7. Korte mededeeling van Mevr. C h. IJseldeSch opperde Ridder. Naarden, over: „Een kruidenkweekerij in Kent (Engeland). 8. Voordracht van den heer Dr. W. A. God ij n, adjunct-directeur van ’s Rijks Herbarium te Leiden over: Het belang van experimenteele cultuur van geneeskruiden, gedemonstreerd aan Hyoscyamus niger. 9. Indien er tijd overblijft: Korte mededeeling van Prof. Dr. D. H. Wester, den Haag, over: De geneeskruiden, welke een rol spelen inde zoogenaamde „Liefdedranken". 10. Rondvraag. Namens het Bestuur; De Secretaris: D'. H. WESTE,R. Raamstraat 22, Oteni Haag. P.S. Te ca. één uur zal voor de aanwezige bezoekers gelegenheid bestaan, gemeenschappelijk te lunchen.

145