vorderd wordt. Na 24 uur wordt het volumen van het niet opgeloste bepaald, telkens aflezende aan de onderzijde van den meniscus-Wanneer de emulsievorming sterker is, wordt de proef herhaald met toevoeging van 2 cm.3 xylol aan de kaliloog, bil het begin van de proef; het volumen van de xylol moet afgetrokken worden van het volumen der onoplosbare laag. De xylol mag geen verontreinigingen bevatten, welke in kaliloog oplosbaar zijn. De loog zelf moet vrij zijn van kiezelzuur en aluminium. Kaliloog geeft betere resultaten dan natronloog en werken bij kamertemperatuur is te verkiezen boven verwarmen. V. f. Oleum Jimiperi uit Noorwegen is onderzocht door Dr. Axel Jermstadt aan het pharmacologisch instituut te Oslo. De olie, die volgens de Noorsche pharmacopee verkregen wordt uit de bessen en takken van Juniperus communis, is een kleurlooze of lichtgeel gekleurde olie met een S. G. van 0.8684-41.8775, waarvan de refractie 1.4729—1.4752, de optische draaiing 17.02—20.5° bedraagt. De zuurgraad is 0.33—0.60, het estergetal 2.5—8.56, het verzeepingscijfer, na acetyleering, De olie is oplosbaar in 0.3—4.5 volumina alkohol van 90 pCt. De aanwezigheid van de koolwaterstoffen L-a-pineen, campheen, sabineen en terpineen en van den alkohol terpineol, in groote hoeveelheden, werd aangetoond. H. Het aantoonen van Indische gomsoorten in tragacanth. A, Tsc'hirch en H. Flü c k bespreken in Pharmaceutica Acta Helvetica (1928, No. 12) de verschillende methoden, welke dienen, om Indische gomsoorten (Sterculia) in tragacanth aan te toonen. De reactie der Amerikaansche pharmacopee, welke 1 g. tragacanthpoeder met 20 cm.3 water laat koken tot slijmvorming en daarna 5 minuten met 5 cm.3 zoutzuur het koken voortzet, achten zij niet aanbevelenswaardig, omdat zij bij 15 monsters tragacanth uit den handel en uit het museum van het instituut ook deze reactie kregen, wat niet te verwonderen is, daar tragacanth ook pentosanen bevat. Ook de bepaling van den zuurgraad, zooals onze pharmacopee aangeeft, achten zij niet voldoende. Het zuurgetal voor Sterculiagummi is 13.4—21.3. van tragacanth, 2—2.4, zoodat een vervalsching van 15 pCt. onopgemerkt kan blijven. Beter voldeed hun, de peroxydasen aan te toonen, die zich inde Sterculiagom bevinden. Een 1-prooents mucilago van Sterculiagom, met benizidine-oplossing en waterstofperoxyde vermengd, gaf binnen enkele seconden talrijke blauwe vlokken te zien, die na 20—30 minuten zich uitzetten. Bij tragacanth-gom werden eerst na 10 minuten enkele blauwe vlokjes waargenomen. Op deze wijze zou 10 procent Sterculiagom in tragacanth nog zeer duidelijk zijn aan te toonen. H. Zalf met zeer fijn verdeeld zinkoxyde. Inde Pharmaz. Berichte (1928, 74) beschrijft E. Dörzbach een methode ter bereiding van zalf met zeer fijn verdeeld zinkoxyde. Dit oxyde wordt verkregen door electrische verstuiving en oxydatie van staafjes

138