den hals vaneen fleschje met 'broom of broom wat er te plaatsen. (Het praeparaat moet bezien worden, terwijl het kristallijne product door opleggen vaneen dek glas eenigszins meer houd!- baar is, de frontlens dient, zoo mogelijk, met een dek glaasje te worden beschermd.) De fraaie gele naaldvormige kristalen döoven recht uit en zijn negatief dubbelbrekend. 7. Reactie met kaliumbismuthjodide. Met Kraut’s reagens wordt een fijnrood praecipitaat verkregen. De beste uitvoering der reactie is, de theophyllinenatriumoplossing met een druppeltje verdund zoutzuur te verwarmen, en vervolgens in het midden een weinig reagens toe te voegen. De kristallen bestaan uit kleine roode ruitjes, 10 groot. 8. Reactie met kaliumantimoonjodide- Een theophylline-natrium-oplossing geeft met dit reagens (zie theobromine) een geel neerslag. De beste uitvoering der reactie is, de theophyllineoplossing met verdund zoutzuur te verwarmen en vervolgens in het midden een weinig van het reagens te brengen. De gele kristallen zijn recht uitdoovend, negatief dubbelbrekend. Gevoeligheid der Theophyllinereacties. Grens- Kleinst concentratie, aantoonbare waarin dereac- hoeveelheid tie nog optreedt in g. 2. door uitzouten met (NiH4)a SO» 1 : TOO 6 3. reactie met Hg Cl21 : 1000 5 4. „ „ Au Cl31 : 1000 5 5. „ „ jodiumoplossing 1 : 1000 B 6. „ „ bromium „ 1 : 1000 5 7. „ „ kaliumbismutthjodide 1 : 1000 2 8. „ „ kalium-antimoonjodide 1 : 1000 1 De meeste waarde als microohemische reactie moet worden toegekend aan 3 (kwikchloride), vervolgens aan 5 en 6 (jodium en bromium). De overige reacties zijn ongeveer gelijkwaardig. Rotterdam, Dec. 1928.
133