Uit eenige rapporten van inbeslagnemingen is tevens gebleken, dat in Turkije een morphinefabriek werkt. Daar Turkije geen lid is van den Volkenbond, is het natuurlijk in dit geval des te moeilijker, om tusschenbeide te komen. Sir Malcolm D e 1e v i g n e wees bij de algemeene discussie op de noodzakelijkheid vaneen strengere bestraffing van den smokkelhandel en onmiddellijke intrekking van de Ihandelsvergunning. zoodra gebleken is, dat een firma verdoovende middelen in den ongeoorloofden handel brengt. De Britsche gedelegeerde stelde voor, dat de opiumcommissie in haar rapport aan den Vnlkenbondsraad de namen zou noemen van de drie firma's uit Zwitserland, Frankrijk en Dthtschland, die inde ergste smokkelzaken, die in deze zitting bespreken zijn, betrokken waren, Sandoz te Basel, Böhringerte Hamburg, die beiden inde zaak-Naarden de leveranciers zijn geweest en de Fransche Société industrielle de chimie organique, die verschillende malen ongeoorloofde zendingen naar Amerika en Canada had verzonden. De opiumcommissie van den Volkenbond en de chemische fabriek Naarden. Dfe commissarissen van de N.V. Chemische fabriek Naarden te Naarden, t.w. mr. Jb, Bier en s d e Haan. directeur van de Nederlandsche Handel-Maatschappij te Amsterdam: Th. W. B I ij d en s t ei n, directeur van Die Twentsche Bank te Amsterdam: I. P. D u d o k van Heel, Koninklijke Beetwortel-Zaad-Cultuur K u h n & Co. te Naarden: prof. dr. A. F. Ho 1- 1 em a n, secretaris van de Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem: ’D. J. van Houten, firma C. J. van Boute n & Zoon te Weesp, en de directeur der N.V. Chemische fabriek Naarden te Naarden. dr. W. A. van D o r p, wenschen naar aanleiding van de verschillende berichten inde dagbladen over de zitting \an de Opiumcommissie van den Volkenbond te Genève en ovet de mededeelingen, aldaar gedaan, het volgende op te merken; ~Aangezien zij niet in het bezit zijn van het officieele verslag der zittingen, noch van het daar overgelegde rapport van de Nederlandsche regeering kunnen zij voorloopig slechts afgaan op de verslagen in' de dagbladen. Diaaruit blijkt, dat door den officieelen vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering is medegedeeld, dat de Chemische fabriek Naarden in. geen enkel opzicht tegen de wet heeft gehandeld en dus niets strafbaars heeft verricht. Dit is volkomen juist; immers, alle in- en uitveer van verdoovende middelen stond onder strenge controle van de daarvoor aangewezen rijksambtenaren en waren dus te bevoegder plaatse volkomen bekend, terwijl alle daarop betrekking hebbende gegevens ten allen tijde voor onderzoek ter beschikking geweest zijn. Indien desondanks de uitvoer niet bekend was aan andere Nederlandsche autoriteiten, zoodat zelfs gesproken is van „op net spoor komen” van den uitvoer, dan moet dat misleidend zijn, aangezien het spoor van den aanvang af altijd kon worden gevolgd. Een handel, waarvan alle bijzonderheden volkomen bekend warm aan de bevoegde autoriteiten, kan nooit zijn een onwettige of een

122