Men beschouwde de zaak van Naarden dan ook als het „pièce de résistance” der besprekingen in deze zitting over den smokkelhandel. Bij de discussie van 24 Januari vestigde sirMalcolm De 1 ev i g n e nog de aandacht op het aan het licht gekomen verband tusschen den handel in verdoovende middelen en die in vrouwen en kinderen. Uit eenige Italiaansche rapporten was gebleken, dat in Italiaansche huizen van ontucht morphine en cocaïne aan jonge meisjes, zelfs aan kinderen van 13 en 14 jaar, werd verstrekt, om daardoor haar tegenzin tegen het plegen van prostitutie te dooden. Sir MalcolmDe 1 evi g n e dankte de Italiaansche regeering voor deze ergerniswekkende onthullingen en de commissie besloot, de aandacht van de Volkenbondscommissie voor de bestrijding van den vrouwenhandel en voor de kinderwelvaart op dit puntte vestigen. De opiumcommissie van den Volkenbond heeft de geheele ochtendzitting van 25 Januari gewijd aan de zaak van de Chemische Fabriek Naarden, die in vorige jaren groote hoeveelheden verdoovende middelen uit Duitschland en vooral Zwitserland in Nederland invoerde en daarna had uitgevoerd naar het Verre Oosten, zonder er zich om te bekommeren, of deze hoeveelheden morphine, heroine en cocaïne al dan niet voor medische of wetenschappelijke doeleinden werd gebruikt. De heer van We-ttum maakte terstond een gunstigen indruk, door rondweg te verklaren, dat op de Nederlandsche regeering de blaam rust, dat zij de practijken van Naarden zoo lang heeft mogelijk gemaakt, doordat het stelsel van dein- en uitvoerverboden pas in ’2S is ingevoerd. Naarden heeft van de leemten inde Nederlandsche wetgeving geprofiteerd. De handeTwas wel niet met de letter van de wet, doch zeer zeker met den geest daarvan in strijd. In het vervolg zullen echter herhalingen dezer practijken niet mogelijk zijn. daar de Nederlandsche wetgeving thans in alle opzichten in overeenstemming is met de eischen der Geneefsche conventie, De ruiterlijke schuldbekentenis van den vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering had het gevolg, dat de heer van W e ttum met loftuitingen overladen werd voor de openhartigheid bij zijn verklaringen, alsmede voor de energie, waarmede de Nederlandsche regeering in 1928 tegen Naarden is opgetreden. Dank zij de Nederlandsche autoriteiten, (in het bijzonder komt die dank, naar men weet, toe aan de Rotterdamsche politie), is één der gevaarlijkste centra van verdoovende middelen ontdekt en is aan deze wijdvertakte organisatie, om de wereld met schadelijke middelen te overstroomen, een einde gemaakt. Merkwaardigerwijze vergaten de leden der opiumcommissie bij hun waardeering voor het optreden onzer regeering geheel en al, dat de traagheid bij de verbetering van de Nederlandsche wetgeving en de slapte van de ambtenaren van ons toezicht op de volksgezondheid toch voor een groot deel de schuld was van al het kwaad, dat Naarden heeft gesticht. Inden loop der beraadslagingen werd de verantwoordelijkheid het meest geladen op Zwitserland, wmar vandaan de verdoovende middelen naar Nederland waren uitgevoerd.

119