Referaten.
Het onderzoek van Extractum Fiücis. Volgens het D. A. B. VI moet bij de bereiding van varenextract bij een temperatuur van ten hoogste 50° ingedampt worden, om een „geheel van aether vrij” extract te verkrijgen. Terwijl volgens onze Plharmacopee zoolang zacht verwarmd moet worden, „totdat de reuk van aether, ook na bekoeling, verdwenen is.’’ W. P e y er (Apolh. Zeit. 1928, 348) wijst er op, dat het niet goed mogelijk is, aan den eisoh van volkomen aethervrijheid te voldoen. De aanwezigheid van aether kan vastgesteld worden, door het extract ineen klein bekerglaasje, dat voor :'A ermede gevuld is. zacht te verwarmen en de opstijgende gassen met een klein vlammetje van graad tot graad op hunne brandbaarheid te onderzoeken. Ook kan men een bekerglaasje met extract ineen vacuumexsiccator boven zwavelzuur plaatsen en zien, of het extract schuimt. Peyer onderzocht 8 monsters goede extracten uit den handel en daarvan kon slechts een als aethervrij gelden. Het D. A. B. VI schrijft voor, om het extract vóór de aflevering bij 50° goed te mengen en noemt verder de kleur groen tot bruingroen. P. vond, dat door herhaald verwarmen de kleur in bruin overgaat. Het vereischte soort, gew., niet lager dan 1,04, is te hoog, daar van de 8 onderzochte soorten slechts 1 dit soort. gew. bezat en dit extract had een gehalte aan ruw filicine van 23,95 pCt., terwijl minstens 25 pCt. verlangd wordt. De andere extracten hadden een gehalte van meer dan 25 pCt. V. I. Receptuur-vraagstukken. Bene mixtuur,- bestaande uit: Salicylas natricus 8, lodetum natrioum 6, Bicarbonas natricus 15, Acidum acetosalicylicum 6, Sirupus simplex 10, Aqua 100, bereidt men, door eerst het natriumbicarbonaat met het acetylsalicylzuur op te lossen. Onder koolzuurontwikkeling wordt dan het natriumacetosaHcylaat gevormd en eerst wanneer de koolizuurontwikkeling heeft opgehouden, kunnen jocdnatrium en Salicylas natricus worden toegevoegd. Een mixtuur met Citras ferricus et Chinini 2, Tinctura Strychni 8, Bicarbonas natricus 16, Sirupus Aurantiorum 16, 'lnfusum Gentianae 125. ;De citraatoplossing reageer; zuur en ontwikkelt koolzuur uit de natriurabicarbonaatopilossing. Deze alkalische vloeistof praecipiteert uit de citraatopiossiing het ijtzer en de 'kinine. Mien lost daarom het citraat op in 40 gram Infusum Gentianae, daarna het natriumbicarbonaat inde rest en voege dan beide oplossingen bij de verdunde stroop. S. omschudden. Een smeersel, bestaande uit Oleum Olivarum 30, lanoline 2, Oxydum zincicum 30, Aqua Galeis 150. De olijfolie wordt eeirst met 30 gram kalkwater door schudden gemengd. Met deze kalkwateremulsie wordt ineen mortier de lanoline afgewreven. Daarna wordt de rest van het kalkwater en vervolgens de overige bestanddeelen toegevoegd.
1320