ten – zijn van oordeel, dat voor een verbod van verkoop „onverschillig tot welk doel" geen aanleiding is en dat op deze z.g.n. lijst C een groot aantal artikelen voorkomen, welker plaatsing daarop in geen enkel opzicht gemotiveerd is;

zij meenen voorts, dat, naast schrapping van de aangehaalde woorden, een meer evenredige vertegenwoordiging van apothekers en drogisten gerechtvaardigd zon zijn inde Commissie, welke Uwer Excellentie omtrent de samenstelling van die lijst van advies moet dienen, inde overtuiging, dat dit zou kunnen bijdragen tot een meer bevredigende samenstelling daarvan. Onze Kamer gevoelt eenigen schroom, zich terzake een oordeel te vormen; desniettemin heeft zij vrijheid kunnen vinden, zich deze aangelegenheid aan te trekken, omdat zij zich niet heeft kunnen onttrekken aan den indruk, dat hier op een regeling, welke uitsluitend behoort te steunen op belangen van volksgezondheid, allengs ook andere motieven invloed zijn gaan uitoefenen, met het gevolg, dat meer dan onvermijdelijk in het bedrijfsleven wordt ingegrepen. Immers, de volksgezondheid kan toch niet zijn betrokken bij een verbod, uit de lijst van ruim 500 artikelen in haar huidige samenstelling voortvloeiende, dat, anders dan door apothekers en door tot het afleveren van geneesmiddelen bevoegde geneeskundigen, niet mogen worden verkocht, bijvoorbeeld: minder dan 1000 gram kinawijn; ~ „ 500 gram boorzalf of boorvaseline: „ „ 250 gram pepermuntwater, Karlsbader-, Emser-, Vichy- of Wildungerzout, thijm. of altheastroop, kalizeep; 200 gram salrniakpastilles, ricinusolie; •" ” 100 gram ammonia, perubalsem, broomkali, chloorkalk lersch mos. ■» „ 50 gram boorzuur, zwavelzuur, zuiveringszout, glycerine, teerzeep, vaseline. Men doet voorts nog opmerken, dat ook ten aanzien van de verpakte geneesmiddelen – welker groote ontwikkeling als niet ongedaan te maken feit dient te worden aanvaard en van die, waarbij de taak zoowel van apotheker als van drogist zich bepaalt tot het in het verkeer brengen, zonder meer, vandoor beiden van den groothandel betrokken artikelen, geen grond bestaat, den verkoop voor den apotheker te monopoliseeren; hierbij immers, kan de grootere deskundigheid van den apotheker toch niet worden toegepast en komt ook geen beoordeeling te pas, of de persoon des koopers tot bizondere omzichtigheid bij het afleveren moet leiden. Naar ons wordt medegedeeld, is aanvankelijk weinig aandacht aan overtredingen van het hier ter sprake zijnde verbod gewijd, doch werden inde laatste jaren te dier zake ongeveer 700 strafvervolgingen per jaar ingesteld; deze omstandigheid, alsmede de aan lijst C, laatstelijk in 1927, gegeven uitbreiding, hebben deze regeling uiteraard meer in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. Onze Kamer acht zich, gezien de buiten haar terrein van werkzaamheid vallende kanten van de onderhavige materie, niet be-

1284