Afrika de zgn. Sheaboter van de inlanders, terwijl zij in Europa in groeten omvang op vet verwerkt worden, dat inde kaarsen- en zeepfabricage toepassing vindt, tegenwoordig ook voor de bereiding van spijsvetten.
De perskoek bevat een saponine en kan daarom slechts onder bepaalde voorzorgsmaatregelen of na verwijdering van de saponine als veevoeder gebruikt worden. Deze gegevens kunnen wij met eenige argumenten aanvullen. Voor de constanten van het vet van Bassia Parkii vermelden Da v i d s o h n, H o 1 d e en Ha g er de volgende waarden: Davidsohn. Holde. Hage r. Soortelijk gew. bij 15° C. 0.9176 0.9175—0.9177 0.953—0.955 Smeltpunt —— 23°—32° 28°—29° Stolpunt 17°—18° 17°—-27° 21°-22° Verzeepingsgetal 179—192 190—196 192 Jood-additiegetal 56.2—56.9 49 Vergelijken we deze constanten, die bij de verschillende auteurs nogal variëeren, met de onze, dan kunnen we hieruit evenmin een vaste conclusie trekken, hoewel Milliau (zie ,U b b e 1 o h d e) een joodadditiegetal gipeft van 67,2, dat met onze waarde overeenstemt. Het microscopisch onderzoek geeft echter meer reden, om aan te nemen, dat we inderdaad met de zaden van Bassia Parkii hebben te doen. Immers Moe 11 e r-Gr iebe 1 vermeldt, dat het grondweefsel van de kiem bestaat uit polyedrische cellen met talrijke kleine stippels. De cellen bevatten vet, aleuron en voor een gedeelte looistof. Inden rainld bevinden zich ronde tot ovale secretiecellen met caoutdhouicacibtigen inbond. Vooral deze laatste secretiecellen, dlie ook ons, zooals reeds boven werd gemeld, buitengewoon opvielen, bevestigen het vermoeden, dat we hier inderdaad de zaden van Bassia Parkii in handen hebben. Monsters Sheanoten, ontvangen van het Koloniaal Instituut te Amsterdam en van het Institut für an gewand te Botanik te Hamburg, bleken inderdaad identiek te zijn met onze onbekende zaden. Voor zoover ons bekend, komt deze vervals Ching voor colanoten inde litteratuur niet voor en mogen we aannamen, dat we hier met een nieuwe onbekende ver vals dring; van colanoten te doen hebben. Litteratuur: Chemiker Zeitung 1893, blz. 1209. Davidsohn, J. Untersuchungsmethoden der Öle, Feite und Seifen, blz. 162, J926.
1270