bleekgeel vet gevonden werd.

Deze eerste waarnemingen, waaruit bleek, dat we hier met een vervalschimg te maken hadden, gaven ons aanleiding, het monster nader te onderzoeken, om zoo mogelijk de identiteit van het zaad vast te stellen. Hetgeen ons dan bij nauwkeuriger beschouwing het eerste opvalt, is het verschil in uiterlijk met de echte cola. Terwijl deze laatste dikwijls gehalveerd wordt aangetroffen, door het gemakkelijk uiteenvallen, komen bij de valsohe soort enkel heele noten voor. Bovendien zien we een groot verschil in uitwendige teekening, die vooral goed tot haar recht komt, nadat de noten geborsteld zijn, zoodat het poeder, waarmee ze bedekt zijn, is verwijderd. Op photo 1 komt dit verschil duidelijk uit. Gaan wede verdere verschillen na, dan zien we, dat het gemiddelde gewicht van de echte colanoot 7.8 g. bedraaglt terwijl voor dat van de onbekende soort een gemiddeld gewicht wordt gevonden van 6.1 g. De afmetingen kropen, zoowel van de echte cola als van de valsche soort, zeer uiteen. Terwijl de gemiddelde lengte-as van eenige colanoten 3.19 cm., en de gemiddelde breedte-ais 2.71 cm. bedraagt, zijn deze afmetingen bij de valsche soort resp. 3.15 cm. en 2.05 cm., dus iets kleiner. Om nog een indruk te geven van de handelswaar als zoodanig, werd de tweede photo genomen, die ook de verschillen duidelijk vertoont. Het onderzoek op coffeïne viel geheel negatief uit. Voor het microchemisoh onderzoek werden ter vergelijking (doorsneden gemaakt van de echte cola en van de onbekende soort. De coupes werden gelegd in zoutzuur van 38 pCt. en een weinig verwarmd, waardoor de sneden roodbruin gekleurd werden. Daarna werd een weinig 3 pCt.-ige goudchloride -oplossing toegevoegd, de coupes terzijde gelegd, en nadat het preparaat aan de lucht was ingedroogd, zagen we bij de echte cola prachtige naalden van coffeïne-goudchloride, terwijl de valsche soort in het geheel geen naaldjes vertoonde. Ook bij de coffeïne-bepaling volgens Pharni. Ned. V. werd geen rest van coffeljle, gevonden: echter bleef bij verdamping der chloroform zeer veel vet achter. Inde litteratuur werd vervolgens nagegaan, welke vervalschingen van colanoten reeds bekend waren, om hieruit de conclusie te trekken, of we met een reeds bestaande dan wel met een nieuwe, onbekende vervalsching te doen todden.

1267