pH joodtetragnost pn trypaflavine rivanol. 1-7 kleurloos 1 geel (NT) groengeel tot geelgroen 8 blauw, tint 2 2 geel-groengeel „ .. 9 blauw-violetblauw 3 —ll „ » » » 10 blauwviolet, tint 2 11 N.HCI oranje-geel sterker groen en sterker 12 violet, „ „ De oplossing van trypaflavine fluoresceert alleen bij pH = 1 niet, bij grootere pH fluoresceert ze groen. De oplossing van rivanol is in N. HCI en sterker zure oplosr sing sterker groen gekleurd. Eveneens in sterkere Na OH, terwijl het dan tevens neerslaat. 1 ; > Het joodtetragnost slaat iets eerder om diaai- het phenolphtha>- teïne, waarvan het een derivaat is. De kleuren zijn zeer sprekend. Er is geen aanleiding, om na te gaan, of ze geschikt is als indicator; we bezitten reeds indicatoren genoeg!

pH MERCUROOHROM 220. 1 geeloranje (N. T.) 2 oranje « 3 » »» 4 » »> 5 roodoranje „ 6 oranje 7 geeloranje „ 8 » »» 9 » »> 10 oranje „ 11 geeloranje „ 12 »> ï» De groene fluorescentie treedt 'bij het mercurochrom bij pH 6 op Bij pH = 2 en 3 slaat het neer, bij pH = 4 nog een troebeling. In 0.1 en N. HCI en de overige oplossingen is het helder opgelost.

1229