leek me gewensdht, een dergelijk onderzoek te doen voor eenige belangrijke kleurstof geneesmiddelen, die thans in gebruik zijn giekomen. De kennis daarvan is toch bij de beoordeeling van oplossingen van deze stoffen van belang. Het joodtetragnost
„Merck” dient als contrastmiddel inde Röntgenologie voor de galblaas. Het is tetrajoodphenolphthaleïne-natrium, een blauwachtig-grijs, kristallijn poeder, dat zich reeds gedurende het afwegen aan de lucht sterker blauw kleurt. In water lost het gemakketijk op tot een blauwe vloeistof. Deze oplossing heeft niet altijd dezelfde tint; evenmin ziet het zout zelf er altijd volkomen gelijk uit. Dit is echter volgens schriftelijke mededeeling der firma Me r c k geen bezwaar voor de toepassing. De oplossingen kunnen bij 100° worden gesteriliseerd en worden intraveneus geinjiceerd. Het trypaflavine en rivanol zijn acridinederivaten. Voor beschrijving en eigenschappen moge worden verwezen naar de publicatie van het Pharm. Therap. Instituut'), een publicatie van Morgenrot h3) en naar het Pharmaootherapeutisch Vademecum van Pinkhof en van derWielen. Het mercurochrom 220, een preparaat van Amerikaansche herkomst (H ynson,W es c o 11 en Dunn i n g, Haïti mor e), is het natriumzout van de kwikverbinding van dibroomfluoresceïne. Het bestaat uiteen poeder of kleine blaadjes met een groenigen tot violetten weerschijn en lost gemakkelijk in alle verhoudingen in water op tot een roode (oranjeroode) vloeistof. Het is een stof, die veel schijnt te beloven bij de behandeling van septicemia en locale infecties 4), bij ontstekingen van het nierbekken, de blaas en de slijmmembraan van het oog (als oögdruppels in 1 pCt.’s oplossing). De kleuren bij verschillende pH dezer stoffen zijn weergegeven volgens Mu 11 ik en inde volgende tabel: 2) Nieuwere chemotherapeutische preparaten uit de chininereeks en de acridinereeks. 1923. 3) J. Morgenroth. Ziele und Wege der chemotherapeutischen Antisepsis. Klin. Woch. 1922, bllz. 353. 4) You n g and H i 11. J. Am. Med. Assoc. 82, blz. 669 (1924).
1228