1. Scopolamine door sublimatie. Scopolamine begint -dicht boven het smeltpunt te suiblimeeren onder het verspreiden van bloemengeur. Het sublimaat bestaat uit fijne druppeltjes, die door geen enkel middel tot kristallisatiel zijn te brenglen.

2. Scopolamine door praecipitatie. Door toevoeging van alkaliën en alkali carbonaten ontstaat een melkachtige troebeling, die door geen enkel middel tot kristallisatie is te brengen. 3. Reactie met goudchloride. Ladenburg, Ber. Deutsch. Chem. Ges 12, 914; 13, 104; 14, 1870. Het goudzout van scopolamine is bijzonder fraai. Met een oplossing van goudchloride ontstaan ineen oplossing vaneen scopolamine-zout varenibjadaclhtigie kristallen, negatief Üubbelbrekend, recht uitdoovend. eenige mm. lang. Een geringe zuurgraad of toevoeging van K H SO aan de troebeling is zelfs bevorderlijk aan het totstandkomen. Uit water omgekristalliseerd, hebben deze kristallen een Smeltpunt van 212°—214° C. 4. Reactie met bromium (in kaMumbromide). Met Ed er ’s reagens wordt een fraaie kristallisatie verkregen, bestaande uit groote. recht uitdoovende naalden; negatieve dubbeibrekingl. Een fraaie uitvoering is weer, een druppel alkailoïde-Oplossing met eenige kristalletjes kaliumbromide te bededen en het voorwerpgJas op den hals vaneen fleschje broomwater te plaatsen; de kristallen worden meerdere mm. lang en zijn zeer kenmerkend. Het opleggen vaneen dekglas verdient aanbeveling. Geringe zuurgraad der oplossing is niet schadelijk. De grootste waarde als diagnosticum komt toe aan reactie 4 (met bromium), daarna aan 3 (met goudchloride). OVER DE KLEUR VAN EENIGE NIEUWERE KLEURSTOFGENEESMIDDELEN (TRYPAFLAVINE, RIVANOL, JOODTETRAGNOST, MERCUROCHROM 220) BIJ VERSCHILLENDE WATERSTOFIONENCONCENTRATIE. door H. W. VAN URK. Vroeger ’) ging ik na de kleur van het yatrenum, een ampihoteer electrolyt, bij verschillende waterstofionenconcentratiie. Het Pharm. Weekbl. 1926, blz. 685.

1227