In fig. 5 ziet men bij a, hoe de darm normaal reageert op pilocarpine en hyoscyamine en in b, dat 0.0002 N en zelfs 0,1 N niet antagonistisch werkt, terwijl 0.0002 H weer terstond den tonus verlaagt. Uit c blijkt, dat N ook geen tonusverhoogjing kan teweegbrengen.
Conclusie: Tropinc, aan tropazuur gebonden, heeft geen werking op den overlevenden darm, zelfs niet na een dosis, die 500 X sterker is dan de gebruikelijke hyóscyamiine- of atropinedesis Gezien deze uitkomst, zal, wanneer er ineen extract hydrolyse heeft plaats gehad, de physiologische werking ook veel minder moeten zijn en de waarde van het extract dus zeer geschaad worden. Dat dit inderdaad het geval is, toont fig. 6, waarin vergeleken zijnde werking vaneen extract E', d.i. een extract, geheel beneden 50° bereid en een extract E", dat volgens Ed. V bereid is, dus bij 80°. De superioriteit van E' is duidelijk waar te nemen. Uit het chemisch onderzoek is bekend, dat de alkaloïden in het extract E' een («]'□ hebben, gelijk aan 22.2°, terwijl die in E" —12.2°. Vergeleken met de [*]'£ van zuiver hyoscyamine (—22.7°); moeten er dus in E" veel meer omzettingen hebben plaats gehad dan in E'. Inden handel treft men niet dikwijls extracten aan, waarvan de alkaloïden een groote draaiing veroorzaken en komt er bovendien nog een wisselende hoeveelheid tropine in voor, dan zal het een uitzondering zijn, twee extracten te hebben met een gelijke werking op den overlevenden darm. Wegens deze groote ongelijkheid in werking wijst Storm vanLeeuw en op de noodzakelijkheid vaneen physiologisch onderzoek, vooral omdat de chemische methoden niet zouden voldoen.
1174
Fig. 5.