Op grond van het alkaloïdengehalte zou men het eene extract niet boven het andere kunnen verkiezen. Een ander inzicht krijgt men, door na te gaan, welk alkaloïde of mengsel van alkaloïden men bepaalt.

De optische draaiing werd bepaald vaneen hoeveelheid alkaloïde, afgescheiden uit 10 tot 15 g. extract. Het verkregen résidu, dat gedachtig gekleurd was, bevatte zeer waarschijnlijk verontreiniging door begeleidende extractiefstof en zou duis, indien gewogen, geen juiste waarde van de hoeveelheid alkaloïde geven. Toch moest ter bepaling van de specifieke draaiing het percentage verontreiniging) bekend zijn. Daarom werd als volgt gewerkt: De inhoud van het kolfje werd opgelost in ongeveer 10 cm.3 spiritus van 50 pCt. De oplossing werd gefiltreerd dooreen klein d'roog filter en van de lichtgeel gekleurde vloeistof ineen 10 cm. buis de draaiing afgelezen met behulp van het hailfschaduwapparaat van Laurent. Van den inhoud der buis werd nu met een pipet 2 om.3 overgebracht in ben titreerbeker, waarin zich 8 cm.350 pCt.-ige spiritus bevond. Na toevoeging van 2 druppels methyl rood werd getitreerd met 0,1 N. alkali uiteen microburet. Uit de aldus bepaalde waarde en de af gelezen draaiing bij 15° werd de specifieke draaiing berekend. 15 *XIOO W D = D IXd o. = afgelezen draaiing; 1 = lengte in dm.; d=g. p. 100 om.3 15 g. per 100 cm3. «. [*] Extr. a. 1.63 0.20° 12.2 Extr. b. 1.76 0.32° 18.1 Extr. c. 1.35 – 0.30° 22.2 Zooals uit de cijfers blijkt, stijgt de H», naarmate het extract aan een lagere temperatuur is blootgesteld geworden. Brengt men dit in verband met het ailkaloïden-gehalte, dat zoo weinig wisselt, dan is het duidelijk, dat de hooge verwarming omzettingen van het alkaloïde moet hébben veroorzaakt, die alleen die draaiing doen dalen en de hoeveelheid niet beïnvloeden. Deze omzettingen zijn: Hydrolyse en Racemisatie. De literatuur geeft op als werkzaam bestanddeel der Belladonnablaideren hyoscyamline naast een spoor atropine. Bij de

1158