kend, waarbij is nagegaan de invloed van de inwerking van de zwavekJi- en -trioxyde bevattende vochtige gassen op metalen buizen, de condensatie van ariseenverbindingen, enz.? Als tweede vraag stelt bij: In hoeverre zou de eenvoudige fluorbepalin® als looddiloorfluoride D bij deze bepalingen de ingewikkelde van Penf ie I d kunnen vervangen?

Antwoord van Mej. Kam: De monsterneming door de lange koperen buis is nooit aan te bevelen; natuurlijk zullen de gassen de buis wel aantasten. In elke lange buis, al is deze vaneen materiaal, dar niet gemakkelijk wordt aangetast, zullen toch stoffen als b.v’ As,, 03 -zich vastzetten, zoodat de monsterneming minder betrouwbaar en de weerstand zeer groot wordt. De eenige manier, om een goede monsterneming te verkrijgen, zal dan zijn. op de vereischte hoogte inden schoorsteen een korte buis aan te brengen en op een stellage te werken. Omtrent de toepassing van de loodchloorfluoride-methode voor deze bepalingen is haar niets bekend. Dr. J.vß. M. Coebergh merkt, in aansluiting aan hetgeen door Ir. Steenbergen is gezegd, op, dat rookgassen zich in het binnen- en buitengedeelte vaneen schoorsteen niet met dezelfde snelheid bewegen en het ook uit dit oogpunt van belang is, waar monsters van die gassen worden genomen. Tevensi vraagt hij, of, in verband met de moeilijkheden aan de monsterneming verbonden, wel eens is nagegaan, of de bevindingen van het onderzoek in overeenstemming zijn met hetgeen kon worden verwacht in verband met de hoeveelheid der gebruikte grondstoffen. Mej. Kam antwoordt: De monsterneming geschiedde in het midden van het rookkanaal, omdat men de meeninig was toegedaan, dat daar het beste monster van de gemiddelde samenstelling van de gassen werd verkregen; met het afzetten van vaste stoffen inde afvoerbuizen naar de absorptie werd steeds rekening gehouden. Dr. J. P. van der Marei vraagt, of het Mej. Ka m bekend is, of kool toepassing vindt inde techniek, om schadelijke gassen, die in fabrieken ontstaan, te absorbeeren? Antwoord van Mej. Kam; Wat betreft de toepassing van het gebruik van kool bij het absorbeeren van schadelijke gassenl voor de analyse, heb ik hiervoor alleen een methode aangetroffen voor koolwaterstoffen, aceton, alkohol en dergelijke gemakkelijk vluchtige stoffen. Be r 1 en medewerkers publiceerden 2) een methode, gebaseerd op het absorbeeren door actieve kool voor de bepaling van benzol-koolwaterstoffen in licht- en kokerijgas. Van dezelfde onderzoekers verschenen nog verschil lende andere mededeelingen hierover3). Prof. W. C. de Graaff vraagt: Is de hinderlijkheid van de rookgassen hygiënisch of aesthetisdh? Zijn er gevallen' bekend, dat de mensch er schadelijk door getroffen werd in zijn gezondheid? x) Sta rek. Z. anorg. Ghem. 70, 173 (1911). 2) Z. angew. Ghem. 34. 135 (1931). 3) Z. angew. Ghem. 34, 369, 377; 36, 247, 541. 553 ; 37. 205; 38, 427.

1142