r ir Z = log = log I" U"

Z = zwarting. I' = de intensiteit van het licht, dat dooreen ongezwart deel der plaat gaat. II = de intensiteit van het licht, dat dooreen gezwart deel der plaat gaat. U' = de uitslag van den galvanometer, wanneer het licht door een ongezwart deel der plaat gaat. U" = de uitslag van den galvanometer, wanneer het licht door een gezwart deel der plaat gaat. U' Uit het photogram is direct af te lezen. U" Met behulp van de 5 eerst geregistreerde uitslagen kan de ziwartingskromme worden geconstrueerd. Voor het construee- U' U" ren van deze kromme is in plaats van log uitgezet —, zooals U" U' dit ook werd gedaan door Dorgelo2) en Pool3). Op en- U" kelvoudig logarithmisch papier werd uitgezet verticaal te- U' gen horizontaal de intensiteit, uitgedrukt in procenten van de intensiteit bij maximum spleetwijdte; do<9r vereeniging van de punten, die men hierdoor krijgt, ontstaat een kromme, die de zwartinigskromme voor de gemeten golflengte voorsteilt. Met behulp van deze kromme is de intensiteit van het licht bij opnamen 7 en 8 te bepalen en daaruit kan men E berekenen. Heeft men voor een voldoend aantal golflengten E berekend, dan kan de absorptiecurve worden geconstrueerd. Op deze manier werden de absorptiecoëfficiënten voor oplossingen van de vier moederkoornalkaloïden bepaald. 2) H. B. Dorgelo, Diss., Utrecht 1924. 3) G. M. Poo 1, Diss., Utrecht 1925.

1120