Blad van Kopsia fruticosa A. DC. Fig. 172. Opperhuidcellen van de onderzijde met gebogen of gegolfde zijwanden en huidmondjes, veelal tusschen 2 even groote cellen, meerdere kristalsterren in het sponsparenchym.

Opperhuidcellen van de bovenzijde met zwak gebogen zijwanden zonder huidmondjes, met enkele kristalsterren in het palissadenparenchym. Vele fragmenten van losse kristalsterren. Geen enkelvoudige kristallen. Geen haren. Parenchym met deelen der melksapcellen. Ook losse klompjes melksap. Geïsoleerde of tot kleine bundels vereenigde niet verhoute bastvezels. Geen sklerenchymvezels. Inden bladsteel komen sklerenchymcellen voor.

Blad van Melodinus laevigatus Bi. Fig. 173. Opperhuidcellen van de onderzijde met sterk ; ebogen of gegolfde zijwanden en hu dmondjes. Onder de opperhuid zichtbaar bruin sponsparenchym met enkelvoudige kristallen. Opperhuidcellen van de

1096

Fig. 171. Sublimaat zaad v. Kopsia flavida

Fig. 172. Kopsia fruticosa A.DC,

Fig. 173. Melodinus laevigatus 81,