terwijl tusschen de bastmergstralen, die 1 of 2 cellen breed zijn, inde nabijheid van het cambium in overlangsche richting lange kristallen optreden (fig. 134). Het hout is gekenmerkt door het betrekkelijk groot aantal houtvaten, hooge mergstralen, die 1 tot 3 cellen breed zijn, en door houtvezels, die op de tangentiale wanden ronde of ovale stippels bezitten (fig. 35). In het merg komen groote kristallen voor (fig. 136).

Werkzame bestanddeelen. Volgens de methode van Stas-011 o leverden de gedroogde bladeren van Tabernaemontana sphaerocarpa 81. 0.2, de zaden 0.11 en de bast 0.5 pCt. alkaloïde; het lichtroode vruchtvleesoh en de vruchtwand bevatten slechts sporen der base (2e). (■■e) Greshoff. Mededeelingen uit ’s Lands Plantentuin te Buitenzorg, VII, 1890.

1056

Fig. 136. Tabern. sphacr. Diwarse doorsnede van het merg; mp. = mergparenchym; kr. = kristal; k.s. = kristalster.

Fig. 135. Tabern. spihaer. Tang., overlangsche doorsnede door het hout; h.m.s. = houtmergstraaJ.