vorm en grootte (fig. 132). Dein de lengte gerimpelde takken van + 6 mm. vertonnen op een dwarse doorsnede onder de kurklaag een niet aaneengesloten rij van cellen, waarin vele kleine kristallen of kristalgruis voorkomen (fig. 133). Binnen den kring van bastbundels worden zoowel kristalsterren als kleine enkelvoudige kristallen en melksapcellen aangetroffen,
1055
Fig. 132. Tabern. sphaer oc. zaadlobcellen; al. = aleuronkorrels, in watervr. glycerine.
Fig. 131. Tabern. sphaer 1. Tangent., 2. dwarse doorsnede epid. zaadhuid; r = door phlorogl- en zoutzuur rood.
Fig. 134. Tabern. sphaer. Tang. doorsn. dooreen gedeelte vaneen ibastmergstraal. kr. = kristaizuilen.
Fig. 133. Tabern. sphaer. . k. = kurk; kr.c. = kristalcellen met kleine kristalletjes; b.b.v. = bundel bastvezels; m.c. = melksapcel; kr. = kristallen tussohen de bastmergstralen. Schematisch, zwakke vergr.