stof, terwijl inde fragmenten microscopisch talrijke bruine mclksapcellen op den voorgrond treden, (fig. 4.)

Dwarse doorsneden van de hoofdnerf worden door sterk salpeterzuur roodbruin en door sterk zoutzuur lichtgroen; doorsneden van jonge stengels worden door Fröhde’s reagens bruinv:olet gekleurd; met sterk zwavelzuur, salpeterzuur oi zoutzuur worden geen karakteristieke kleuren verkregen; doorsneden van het zaad worden door sterk zwavelzuur violet, door sterk salpeterzuur geel. HOOFDSTUK 9. Tabernaemontana sphaerocarpa 81. Kenmerken van het geslacht. Onbehaarde hoornen of heesters met tegenoverstaande dunne of leerachtigd, vinnervige bladeren en witte of geelwitte bloemen irr eindelingsche bloeiwijzen. Kelk kort, 5 lobbig of 5 deelig. Kroon trompetvormig met onbeschubde keel. Meeldraden schijnbaar inde buis ingeplant. Vruohtbladeren met een groot aantal eitjes. Vrucht openispringende bes- of kokervrucht met vleeizigen wand. Kiemwit aanwezig, evenals de zaadhuid vliezig. Vele soorten inde tropen. Tabernaemontana sphaerocarpa 81. is een in N 1. voorkomend boompje, waarvan de inlandsche namen zijn o.a. Hampèroe badak en Tjembirit. Macroscopische en microscop;sche beschrijving. Bladeren donkergroen, gesteeld, leerachtig, grootte en vorm aanmerkelijk uiteenloopend. De zijnerven loopen naar den rand door en zijn daar sterk gebogen; hoofd- en zijnerven aan de onderzijde sterk uitpuilend (fig. 127). Bloemen wit. Openspringende vruchten, min of meer bolvormig, menierood, tot 6 a 7 cm. in doorsnede met vele bruinzwarte, eivormige, min of meer rolronde of samengedrukte, overlangs gevoorde, tot 1 cm. lange en 4 mm. breede, in vleezig, rosé vruchtmoes liggende zaden (fig. 128, 129). Op een dwarse doorsnede door de hoofdnerf vaneen blad (fig- 17 en 18) worden zoowel boven als onder het xyleem kristalsterren, enkelvoudige kristallen en melksapcellen waargenomen. Geïsoleerdle bastvezels en bastbundels groepeeren zich hoofdzakelijk om het xyleem. Het uit 2 rijen bestaande palissadenparenchym is veel smaller dan het sponsparenchym. Kristalsterren komen uitsluitend in laatstgenoemd weefsel voor, waarin ook groote sklerenchymve-

1052