Meeldraden inden top der buis ingeplant met korte helradlraden en pijl vormige helmknoppen. Vruchtbeginsel uit 2 vrije eenhokkige vruchtbladeren met een groot aantal eitjes. Vrucht lange, dikke dubbele kokervrucht. Zaden lang, aan de basis voorzien vaneen lange, gevederde naald. Kiemwit aanwezig.
Kickxia arborea Steud. is een o.a. op Java voorkomende hooge boom. De inlandsche namen zijn Ki béntéli en Kajoe Santen. Macroscopische en microscopische beschrijving. Bladeren gestoeld, elliptisch of ovaal, aan de onderzijde behaard; de zijnerven loopen naar den rand door en zijn daar sterk gebogen, hoofd- en zijnerven aan de onderzijde sterk uitpuilend. Bladeren en takken worden bij het drogen bruin tot zwartbruin (fig. 118). Dubbele koker vrucht, cilindrisch, tot bijna 1 m. lang, met een bruin en hard exocarp. Ze openen zich langs een overlangschen naad (hg- 28). Zaden in groot aantal, stroogeel, min of meer afgeplat, tot 3 om. lang en 3 mm, dik, vaneen overlangsche bruine streep voorzien, aan de basis verlengd tot een zeer lange, witgevederde naald (fig. 119). De haartjes bezitten een dunnen, verkouten wand. De zaadhuid is van binnen bekleed met een dunne laag kiemwit. Zaadlobben dun, lang, geplooid en ineengedraaid. Inde hoofdnerf worden onder en boven het xy'eem veel melksapcellen, bastvezels, bastbundiels, kristalstcrren en enkelvoudige kristallen aangetroffen. Het palissadenparcnchym is smaller dan het sponsparenchym Hierin komen kristalstcrren zoomede enkelvoudige kristallen voor. Aan de onderzijde van het blad komen op de uitpuilende nerven 1- en 2-celhge haren voor, die tot 240 micron lang kunnen zijn. Fig. 120 stelt een dwarse doorsnede van het zaad bij zwakke vergrooting voor. Op de stroogele buitenste zaadhuid volgt de lichtgele binnenste zaadhuid, die van binnen bekleed is met een dunne laag kiemwit, waarvan de cellen geen kristalstcrren bevatten. Het kiemwit omgeeft de beide zaadlobben, die uit zeshoekige cellen bestaan, waarin vaak een groote kristalster optreedt (fig. 31,121). Inde teekening is de zaadhuid op één plaats opengesprongen, terwijl kiemwit en zaadlobben een weinig uit elkaar zijn geraakt. De zaadhuid bestaat uit cellen met een groot lumen, vrij dikke binnen- en zijwanden en een dunnen buitenwand. Ze worden geheel of gedeeltelijk door phloroglucme en zoutzuur rood ge-
1045